Warmtepomp lucht/water, Split twee diensten
Lijn
Functie
928
S
Invloed van de kamertemperatuur
Indien de installatie uitgerust is met een omgevingsvoeler:
Deze functie laat toe om de invloed van de ruimtetemperatuur op de regeling te kiezen.
Indien er geen waarde wordt ingevoerd, dan gebeurt de regeling zuiver op basis van de waterwet.
Indien de parameter ingesteld is op 100%, dan gebeurt de regeling alleen op basis van de ruimtetemperatuur..
932
S
Ruimtetemp begrenzing
938
S
Meng onderkoeling
S
941
Looptijd servomotor
963
S
Met voorregelaar/circ pomp
*Basisinstelling : 1 kring = Neen ; 2 kringen = Ja
Regeling van de verwarming, Kring 2
Als de installatie uit 2 verwarmingskringen bestaat (Verschijnt enkel met de optie kit 2de kring).
1010
U
Instelling comfort kamertemperatuur
U
1012
Instelling verlaagde kamertemperatuur
1014
U
Ingestelde "vorstvrij" kamertemperatuur
1016
S
Maximale comfortinstelling
1020
I
Stookcurve voor de verwarming
(zie §
7.4.3, bladzijde 46
1021
I
Overdracht van de stookcurve
1030
I
Verwarmingsgrens zomer/water
Wanneer het gemiddelde van de buitentemperaturen van de laatste 24 uur 18 °C bereikt, legt de regelaar de verwarming
stil (uit zuinigheidsoverwegingen).
Tijdens het zomerregime, duidt de digitale aanplakker "Eco" aan. Deze functie is alleen actief in automatisch regime.
1040
I
Minimum vertrekinstelling
(met Dynamische radiatoren, van 30 tot 35°C stel)
1041
I
Max gewenste aanvoertemp
Vloerverwarming = 50 °C / Radiatoren = 65 °C.
Opmerking: De maximumgrens is geen veiligheidsfunctie zoals vereist voor een vloerverwarming.
S
1050
Invloed van de kamertemperatuur
Indien de installatie uitgerust is met een omgevingsvoeler:
Deze functie laat toe om de invloed van de ruimtetemperatuur op de regeling te kiezen.
Indien er geen waarde wordt ingevoerd, dan gebeurt de regeling zuiver op basis van de waterwet.
Indien de parameter ingesteld is op 100%, dan gebeurt de regeling alleen op basis van de ruimtetemperatuur.
1060
S
Ruimtetemp. begrenzing
Wanneer de ruimtetemperatuur = [geregelde t° lijn 1010 (bv. 20 °C) + ruimtetemp. Begrenzing geregeld lijn 1060
(bv. 0.5 °C)] > 20.5 °C => de circulator van de verwarming stopt.
Deze herstart weer wanneer de ruimtetemperatuur onder de gevraagde temperatuur daalt (volgens het vb, ruimteT° <20.0 °C).
1080
S
Geoptimaliseerd uit
1090
S
Maximale optimalisatie bij inschakeling
S
1091
Maximale optimalisatie bij uitschakeling
1100
S
Begin verhoging verlaagd regime
1101
S
Einde verhoging verlaagd regime
1130
S
Verhoging mengkraan
S
1134
Looptijd servomotor
Handleiding voor installatie en indienststelling "1767 - NL"
Instellingsbereik
of weergave
--, 1... 100 %
--, 0,5... 4 °C
0... 20 °C
30... 873 s
Neen, Ja
Verlaagde temperatuur...
maximale comfortinstelling
Vorstvrije temperatuur ...
comforttemperatuur
4°C... verlaagde temperatuur
Comforttemperatuur... 35 °C
0,1... 4
en
figuur 42, bladzijde
45)
(figuur 43, bladzijde
45)
-4,5... 4,5 °C
8... 30 °C
8... Max gewenste aanvoertemp
Minimum vertrekinstelling... 70 °C
1 %... 100 %
0,5... 4 °C
Uit, Tot gew wrd gereduceerd,
Tot gew wrd vorst
0
0
-30... 10 °C, --°C
-30... 10 °C, --°C
0... 50 °C
30... 873 s
360 min
360 min
Increment van
Basis
de regeling
instelling
1 %
80 %
0,5 °C
0,5 °C
1 °C
0 °C
240 s
1 s
Neen*
0,5 °C
20 °C
0,5 °C
19 °C
0,5 °C
8 °C
1 °C
28 °C
0,02
0,5
0,5 °C
0 °C
0,5 °C
18 °C
1 °C
17 °C
1 °C
55 °C
50 %
1 %
0,5 °C
0,5 °C
Uit
10 min
180 min
30 min
10 min
1 °C
--
1 °C
-5 °C
1 °C
0 °C
240 s
1 s
- 51 -