Warmtepomp lucht/water, Split twee diensten
6 Inwerkingstelling
- Schakel de algemene uitschakelautomaat van de
installatie in.
Om de compressor te kunnen voorverwarmen, dient
bij de eerste indienststelling (of tijdens de winter)
de hoofdschakelaar van de installatie (voeding
buitenunit) gedurende enkele uren te worden
ingeschakeld alvorens de proeven uit te voeren.
- Schakel de aan/uit-knop van de WP in.
Om de goede werking van de ingangen EX1,
EX2, EX3 te waarborgen: Controleren dat
de polariteit faze-neutraal van de electrische
voeding geëerbiedigd is.
Bij de indienststelling en telkens de aan/uit-schakelaar
uitgeschakeld is en terug ingeschakeld wordt, zal het
ongeveer 4 min. duren om de buitenunit te starten, zelfs
als de regeling warmte vraagt.
Het display kan fout 370 weergeven bij het (her)
starten. Maak u niet ongerust, de communicatie
tussen de buitenunit en de hydraulische module
zal na enkele minuten hersteld worden.
Tijdens de initialisatiefase van de regelaar, toont
het
display
alle
symbolen,
geactualiseerd", en daarna "Status warmtepomp".
Voer alle specifieke instellingen van de regeling uit
(Configuratie van de installatie):
OK
- Druk op de toets
- Houd de toets
het
toegangsniveau
draaiknop
- Valideer met de toets
- Parametreer de regeling van de WP (Raadpleeg de
lijst van de instellingen
Bij de indienststelling (of bij fout 10) kunnen de
elektrische bijverwarmingen ingeschakeld worden, zelfs
als de onmiddellijke buitentemperatuur hoger is dan de
inschakeltemperatuur van de bijverwarmingen.
De
regeling
gebruikt
buitentemperatuur van 0°C en heeft tijd nodig om deze
temperatuur bij te stellen.
Om deze situatie te verhelpen, moet u, met correct
aangesloten
buitenvoeler,
herinitialiseren (niveau indienststelling, menu diagnose
verbruikers).
- 40 -
vervolgens
3s ingedrukt en selecteer
indienststelling
met
OK
bladzijde
47).
een
initiële
gemiddelde
de
parameter
6 1
Configuratie van de omgevingsvoeler
Om de omgevingsvoeler te configureren en hem te
koppelen aan de geschikte verwarmingszone:
- Druk gedurende meer dan 3s op de aanwezigheidstoets.
De omgevingsvoeler duidt RU aan en een knipperend
cijfer.
- Draai het wieltje om de zone te kiezen (1 of 2).
Indien
de
omgevingsvoelers,
- sluit eerst één voeler aan en configureer hem in
zone 2,
- sluit vervolgens de andere voeler aan, die
standaard in zone 1 geconfigureerd wordt.
- Druk
op
omgevingsvoeler toont P1 en een knipperend cijfer.
1 : Automatische opslag; een wijziging van het instelpunt
met de knop wordt aanvaard zonder dat enige validatie
nodig is (time-out) of door op de regimetoets te drukken.
2 : Opslag met bevestiging; een wijziging van het
instelpunt met de knop wordt alleen aanvaard na een
"Data,
druk op de regimetoets.
- Druk nogmaals op de aanwezigheidstoets, de
omgevingsvoeler toont P2 en een knipperend cijfer.
0 : OFF; alle gebruiksfuncties zijn uitgeschakeld.
1 : ON; de volgende gebruiksfuncties zijn vergrendeld:
- Omschakeling van de werkingsmodus van de
verwarmingskring,
- Bijregeling van de comfortinstelling,
de
- Verandering van het gebruiksniveau.
De omgevingsvoeler duidt OFF aan gedurende 3s
wanneer men op een vergrendelde knop drukt.
8703
Handleiding voor installatie en indienststelling "1767 - NL"
installatie
uitgerust
de
aanwezigheidstoets,
(radio)
is
met
2
de