ACTIVEREN VAN DE DS10
Druk langer dan 1 seconde op de TEST toets van
de DS10 totdat de rode indicator twee maal
knippert. Druk daarna nogmaals op de TEST toets.
Sluit het batterijdeksel.
N.B. Wanneer u de batterijen van de sensor dient
4.4 MS10 BEWEGINGSMELDERS
4
1
5
BEDIENINGS-
ELEMENTEN
1. STANDENSCHAKELAAR GEVOELIGHEID
Met deze standenschakelaar kan de gevoeligheid
van de sensor worden ingesteld. Met name
geschikt voor situaties waarbij de kans op vals
alarm aanwezig is door warmtebronnen als
radiatoren etc. In stand 1 heeft de sensor de
maximale gevoeligheid, in stand 2 is er sprake van
een verminderde gevoeligheid.
2. TEST
Wordt gebruikt tijdens bij het activeren en aan-
melden van de sensor tijdens de installatie-
procedure en kan gebruikt worden om de sensor
te testen.
MS9400/MS9700
te vervangen wanneer u het systeem reeds in
gebruik heeft, dan kunt u ervoor zorgen dat de
sensor zijn unieke code behoudt zodat u de
sensor niet opnieuw hoeft te installeren. Om dit te
bereiken OPENT u de deur of het raam welke u
met deze sensor heeft beveiligd. Daarna
verwisselt u de batterijen. Na het sluiten van de
3. CODE
Door deze toets in te drukken krijgt de sensor een
nieuwe unieke code (1 uit 65.536). Let op:
wanneer u de sensor reeds bij het systeem heeft
aangemeld, dient u na het indrukken van deze
6
toets de zone van deze sensor te wissen en dient
u de sensor met zijn nieuwe code opnieuw aan te
melden bij de centrale (zie 5.9 + 5.1).
4. CONTROLE INDICATOR
Wanneer de toets "TEST" wordt ingedrukt, of
wanneer er een signaal naar de centrale wordt
verzonden, gaat de indicator branden. Indien de
indicator nog maar zwak brandt, dienen de
batterijen te worden vervangen.
5. BATTERIJHOUDER
3
INSTALLATIE:
2
De bewegingsmelder werkt door veranderingen in
temperatuur te signaleren. Monteer de melder
daarom niet te dicht boven of bij een verwarming
of airconditioning.
De bewegingsmelder heeft een bereik van 12
meter en een openingshoek van 90°. Door de
speciale lens kijkt de sensor hierbij a.h.w. naar
beneden. Plaats de MS10 altijd op een hoogte van
plm. 180 cm van de vloer en plaats deze zodanig
dat de melder het te bewaken gebied goed
bestrijkt.
De bijgeleverde bevestigingsbeugel kan zowel in
een hoek (90°) of vlak tegen de muur worden
geplaatst. Een bewegingsmelder werkt het beste
wanneer een eventuele inbreker het "pad" kruist
of weg loopt van de bewegingsmelder.
deur of het raam werkt de sensor nu direct weer
samen met het systeem. Mocht dit niet het geval
zijn (de batterijen zijn bijvoorbeeld al te lang leeg
geweest) dan dient u de sensor opnieuw bij het
systeem aan te melden. Wis hiervoor eerst de
betreffende zone (zie 5.9) en meld de sensor
opnieuw aan (zie hiervoor 5.1)
U kunt het detectiebereik van de sensor testen
door het gebruik van de zgn. 'Walk Test' functie
(zie punt 2: TEST)
De bewegingsmelder werkt volgens het zgn. Pulse
Counting principe. Afhankelijk van de temperatuur
en instellingen wordt hierbij een eventuele
beweging pas na 30 seconden doorgegeven aan de
centrale. Hierdoor kan het lijken of de bewegings-
melder niet reageert, echter een eenmaal
waargenomen beweging geeft altijd een alarm. Het
voordeel van deze techniek is dat vals alarm door
een foutieve meting vrijwel is uitgesloten.
6. MONTAGE VAN DE ANTENNE VAN LOS
AANGESCHAFTE BEWEGINGSMELDERS
Aan de MS10 sensoren zit een draadantenne
gemonteerd. Voor de juiste werking van de sensor
schuift u de bijgeleverde kunststofhuls over de
draadantenne heen en drukt u de huls in de
houder aan de bovenzijde van de sensor.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN
Open de batterijhouder aan de voorzijde. Plaats 4
AA batterijen volgens de aanwijzingen in het
batterijvak. Sluit het batterijdeksel
ACTIVEREN VAN DE MS10
Druk op de TEST toets aan de achterzijde van de
sensor, totdat de rode indicator gaat branden
N.B. Bij het verwisselen van de batterijen blijft de
code gehandhaafd. Mocht de centrale na het
verwisselen van de batterijen niet op de sensor
reageren dan dient u de MS10 sensor opnieuw bij
het systeem aan te melden. Wis hiervoor eerst de
betreffende zone (zie 5.9) en meld de sensor aan
opnieuw aan (zie hiervoor 5.1)
9