6.4 Oliepomp
Beschrijving
Gebruikte pomp afhankelijk van het type brander:
Brander
OES-332L E
OES-333L E
OES-334L E
OES-331L Z
OES-332L Z
OES-333L Z
OES-334L Z
OES-335L Z
De pomp is van het zelfaanzuigend tandradmodel. Hij
omvat een toevoerfilter en een oliedrukregelaar. Hij is
ingesteld voor een tweepijpensystem, maar kan worden
omgezet in een eenpijsysteem. De pomp moet bij het in
bedrijf stellen zorgvuldig worden ontlucht.
Technische kenmerken:
Omgevingstemperatuur (onder kap):
Druckinstelling:
Danfoss BFP 21 R3 en BFP 21 R5:
Danfoss BFP 52E R3 en BFP 52E R5:
Max. vacuüm:
Max. ingangsdruk:
Max. aanzuigdebiet van pomp bij 10 bar
Danfoss BFP 21 R3 en BFP 52E R3:
Danfoss BFP 21 R5 en t BFP 52E R5:
Ombouwing van de pomp van een tweepijp naar
een eenpijpsystem
Afdichtschroef A losdraaien.
Bypass schroef 1 van het pomphuis verwijderen.
Afdichtschroef A vastdraaien.
De terugloopopening R met een 1/8" dop afsluiten.
Instelling van de pompdruk:
OES-330L E:
De druk moet worden ingesteld tussen 9 en 15 bar.
Voorinstelling af fabriek: 12 bar.
OES-330L Z:
Stel de pompdruk af binnen de volgende schijven:
1ste gang:
9–15 bar (voorinstelling af fabriek 12 bar)
2de gang
12–25 bar (voorinstelling af fabriek 20 bar)
Pomp
Danfoss BFP 21 R3
Danfoss BFP 21 R5
Danfoss BFP 52E R3
Danfoss BFP 52E R5
70°C
7–15 bar
7–25 bar
0,35 bar
2 bar
45 l/h
70 l/h
OES-330L E
D = Naar sproeier
P = Meting manometer
V = Meting vacuümmeter
P1 = Afstelling van de druk
S = Aanzuiging
R = Terugvoer
OES-330L Z
D = Naar sproeier
P = Meting manometer
V = Meting vacuümmeter
P1 = Afstelling van de druk 1ste gang
P2 = Afstelling van de druk 2de gang
S = Aanzuiging
R = Terugvoer
22