6. In bedrijf stellen van de brander
6.1 Algemene controles
Opgelet:
voor het in bedrijf stellen van de brander,
moeten beslist de volgende controles
worden uitgevoerd:
w Is de verwarmingsinstallatie gevuld met water?
w Is er stroom?
w Is de elektrische installatie juist uitgevoerd en
gecontroleerd?
w Is er rekening gehouden met alle voorschriften en
aanbevelingen van de fabrikant van de ketel?
6.2 Branderautomaat
Beschrijving
De branderautomaat bestuurt en bewaakt de brander
automatisch. De volgorde van de sequenties is
aangegeven op het diagram hiernaast.
Opgelet:
w De branderautomaat mag alleen op de
voet worden vastgezet of ervan worden
weggenomen als de stroom is afgesloten
met
de
verwarmingsinstallatie!
w Dit is een beveiligingsvoorziening
die niet geopend mag worden!
Werkingscyclus TF 801
(OES-330LE)
F
Foto-weerstandscel (FZ 711S)
Z
M
Motor van de brander
V
Magnetisch ventiel
SA
Indicator van externe storing
tv1
Tijd voor voorontsteking en voorventilatie
ts
tn
hoofdschakelaar
van
Ontsteking
Beveiligingstijd
Naontstekingstijd
w Zijn de thermostaten ingesteld op de gewenste
temperatuur?
w Werkt de omlooppomp?
w Is de brander juist geïnstalleerd? Is de deur van de
ketel gesloten?
w Is de olieaanvoer in orde? (Olieleiding gevuld,
afsluitkraan naar het filter open)?
w Zijn de leidingen tussen de reservoir en de brander
correct aangesloten en luchdicht?
w Is er gezorgd voor aanvoer van verse lucht in de
ruimte?
Branderautomaat
Herbewapenings-
knop
de
18
Start
Bedrijf
N° van de aansluitklem