Aandachtspunten bij de montage
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige
blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden,
kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet
onder de garantie.
• U moet het toestel monteren op een locatie waar het niet zal worden ondergedompeld.
• U moet het toestel monteren op een locatie met voldoende ventilatie, zodat het geen warmte vasthoudt.
• U moet het toestel op een afstand van ten minste 2,54 cm (1 in.) van kabels en andere mogelijke
storingsbronnen monteren.
• U moet een locatie kiezen waar ruimte beschikbaar is voor het geleiden en aansluiten van alle kabels.
Het GPSMAP 9500 Black Box toestel monteren
Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren van de gaten een kleine verzinkboor om alleen in
de bovenste gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag
ontstaan als de schroeven worden aangedraaid.
OPMERKING: Bij het toestel zijn schroeven geleverd, maar deze zijn mogelijk niet geschikt voor het
montageoppervlak.
Voordat u het toestel installeert, moet u voor het montageoppervlak geschikte schroeven en andere
bevestigingsmaterialen kiezen.
1 Plaats het black box toestel op de gewenste montagelocatie en markeer de locatie van de montagegaten.
2 Boor een montagegat voor één hoek van het toestel.
3 Bevestig deze hoek van het toestel losjes aan het montageoppervlak en controleer de andere drie
markeringen van de montagegaten.
4 Markeer eventueel opnieuw de montagegaten en verwijder het toestel van het montageoppervlak.
5 Boor de overige montagegaten.
6 Bevestig het toestel aan het montageoppervlak.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u dit toestel op een voedingsbron en op andere Garmin
toestellen aansluit.
• De voedings- en aardingsverbindingen naar de accu moeten worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat
deze veilig zijn en niet kunnen losraken.
• De kabels zijn mogelijk verpakt zonder dat de borgringen zijn aangebracht. De kabels moeten worden
doorgevoerd voordat de borgringen worden bevestigd.
• Na het bevestigen van een borgring op een kabel, moet u ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de
afdichtring is aangebracht, zodat de voedings- of gegevensverbinding niet kan losraken.
LET OP
LET OP
3