Bedienunit
De regeleenheid activeert de controle op bezetting van het bed nadat het bewegingen of
microbewegingen gedurende 1 minuut heeft geregistreerd. Na activatie voor controle op bezetting,
wordt er gemeld of er geen bewegingen of microbewegingen geregistreerd (in te stellen door de
DIM-schakelaar, zie hoofdstuk 3.1.1 Aanpassen van de meldingvertraging van de tonisch-
clonische aanval).
De bedienunit werkt met 2 AA 1,5 V alkaline batterijen. Er is externe elektrische voeding aanwezig.
Bij een elektrische storing kunnen twee 1,5 V AA alkaline batterijen met hoog vermogen worden
gebruikt als elektrische noodvoorziening. De bedienunit heeft een
aansluiting voor de bedsensor en voeding. Het apparaat heeft ook een
aansluiting om de registratie te versturen via een extern systeem bv. een
zusteroproepsysteem of een persoonlijke alarmtelefoon.
Naast de aansluiting bevindt zich een drukknop (SW1) die gebruikt kan
worden om een registratie te bevestigen of als een aan/uit-schakelaar. De
bedienunit heeft 8 DIP-schakelaars om de instellingen te selecteren en een
rotatieschakelaar om de gevoeligheid van het toestel aan te passen.
Bedsensor
De bedsensor registreert microbewegingen van het lichaam en wordt onder een
schuimmatras/bedmatras geplaatst. De bedsensor heeft geen gewichtsbeperking, maar wordt
aanbevolen vanaf een gewicht van 10 kg. Daarom moeten de gevoeligheid en het vermogen om
de aanwezigheid van de gebruiker te herkennen en de bewegingen die een alarm moeten
activeren, worden ingesteld en getest voor de respectieve gebruikers.
7