3.
Controleer of het apparaat niet gepauzeerd of offline stond.
Om te controleren of het apparaat niet gepauzeerd of offline stond
a.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
•
Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers. Klik met de rechter
muisknop op het pictogram van uw product en selecteer Zien wat wordt afgedrukt om de
afdrukwachtrij te openen.
•
Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers. Dubbelklik op het pictogram van uw apparaat om de afdrukwachtrij te
openen.
•
Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers en faxen. Dubbelklik op het pictogram van uw apparaat om de
afdrukwachtrij te openen.
b.
Zorg ervoor dat in het menu Printer Afdrukken onderbreken of Printer offline gebruiken niet is
aangevinkt.
c.
Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken.
4.
Controleer of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Controleren of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld
a.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
•
Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
•
Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers.
•
Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik
vervolgens op Printers en faxen.
b.
Controleer of het juiste apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel.
c.
Als het foute apparaat als standaarprinter is ingesteld, klikt u met de rechter muisknop op het juiste
apparaat en selecteert u Instellen als standaardprinter.
d.
Probeer uw apparaat nogmaals te gebruiken.
5.
Start de printspooler opnieuw op.
Start de printspooler opnieuw op
a.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk:
Windows 7
•
Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en
vervolgens op Systeembeheer.
•
Dubbelklik op Services. Er verschijnt nu een service-venster.
•
Klik met de rechter muisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen.
•
Controleer in het tabblad Algemeen, naast Opstarttype, of Automatisch is geselecteerd.
•
Als de service nog niet actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en klik vervolgens op
OK.
Windows Vista
•
Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en onderhoud en
vervolgens op Systeembeheer.
•
Dubbelklik op Services. Er verschijnt nu een service-venster.
•
Klik met de rechter muisknop op Printerspoolservice en klik vervolgens op Eigenschappen.
•
Controleer in het tabblad Algemeen, naast Opstarttype, of Automatisch is geselecteerd.
•
Als de service nog niet actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en klik vervolgens op
OK.
Er kan niet worden afgedrukt
29