2. Instelling wanneer aftakkingspoorten worden verbonden
Instelling
Instelling van de
DIP-schakelaar
Nr. van DIP-schake-
BS4Q14AV1
BS6Q14AV1
BS8Q14AV1
BS10Q14AV1
BS12Q14AV1
Doelaftakkingspoort
BS16Q14AV1
Wanneer aftakkingspoorten worden verbonden, kunnen alleen de aftakkingspoortcombinaties worden
gebruikt die in de bovenstaande tabel zijn aangegeven.
(Bijvoorbeeld, de units B en C kunnen niet worden verbonden.)
10. BIJVULLEN VAN EXTRA KOELMIDDEL
Volg de aanwijzingen in de installatiehandleiding die bij de buitenunit wordt geleverd voor het bijvullen van
extra koelmiddel.
11. WERKING CONTROLEN EN TESTEN
1. Controleer of het deksel van de besturingskast gesloten is.
2. Raadpleeg de installatiehandleiding die bij de buitenunit wordt geleverd en voer een controle en een
werkingstest uit nadat alle werkzaamheden aan de BS-unit en de buiten- en binnenunits zijn voltooid en
is vastgesteld dat de units veilig werken.
• Na het inschakelen van de stroom hoort u ongeveer 90 seconden het geluid van de motorgestuurde
klep terwijl deze automatisch geïnitialiseerd wordt (gesloten). Dit duidt niet op een storing.
• Een defect in het systeem wordt op een van de volgende manieren aangegeven:
Aanduiding op de afstandsbediening voor de binnenunits
Een defect van het totale systeem, inclusief de BS-unit, wordt aangegeven op het LCD-storingsdis-
play van de afstandsbediening. Voor verdere informatie over het storingsdisplay en de betekenis van
de aanduidingen wordt u verwezen naar het servicegegevensplaatje op de binnenunit en de
gebruiksaanwijzing die bij de buitenunit wordt geleverd.
22
Instelling wanneer aftakkingspoorten worden verbonden
DS2
(A1P)
laar
1
2
(Voorbeeld 2)
ON (Verbonden)
OFF (Fabrieksinstelling)
DS2
DS2
(A2P)
(A3P)
1
2
1
2
DS2
(Voorbeeld 2)
(A4P)
Wanneer de A en B aftakkin-
1
2
gen worden verbonden
DS2 (A1P)
ON
OFF 1
2
3 4
Nederlands