8 Instellingen
U kunt het instellingenmenu openen vanuit de stopmodus (startscherm),
door op de menuknop ` te drukken.
Aanwijzing
• Druk wanneer u gereed bent met de functie op de stopknop j om
naar de stopmodus terug te keren. Druk tijdens het uitvoeren van
een functie op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te
breken en terug te keren naar de stopmodus.
8.1 Opnameinstellingen
8.1.1 Opnamekwaliteit instellen
Met de instellingen voor de opnamekwaliteit legt u het bestandsformaat
en de kwaliteit van de opname vast in de vorm van de bitsnelheid (bitrate).
Hoe hoger de opnamekwaliteit, hoe groter het bestand is en hoe minder
opnames u kunt maken.
1
Druk in stopmodus (startscherm) op de menuknop `.
2
Kies met h / b het menu voor opname-instellingen Ó.
3
Bevestig het met de opnameknop g.
4
Maak de keuze met h / b
Inhoudsopgave
.
Quality settings
5
Bevestig het met de opnameknop g.
6
Kies met h / b de gewenste opnamekwaliteit.
Op het display wordt het symbool van de gekozen
X
kwaliteitsinstelling weergegeven:
€ – Hoogste kwaliteit, niet gecomprimeerd,
formaat: WAV, 1536 kbit/s
‹ – Hoge kwaliteit,
formaat: MP3, 192 kbit/s
Ž – Opnametijd boven het gemiddelde,
formaat: MP3, 64 kbit/s
Œ – Langste opnametijd,
formaat: MP3, 8 kbit/s
7
Bevestig het met de opnameknop g.
8
Druk op de stopknop j om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j om de procedure zonder opslaan af te breken
en naar de stopmodus terug te keren.
29
Instellingen