Inbedrijfname
De connectiviteit kan hier voor Modbus TCP en Ethernet/IP worden bekeken:
Pad: Systeem/Connectiviteit
Functie
Modbus
Ethernet
9.4.5
Configureren van de stroomuitgangen
De stroomuitgangen voor het overdragen van meetwaarden naar een extra analoge kaart
kunnen alleen worden geconfigureerd met een extern display of via de webserver van een
externe transmitter.
De stroomuitgangen worden tijdens de eerste inbedrijfname door specialisten van
Endress+Hauser geconfigureerd.
9.4.6
Configuratie van het sensortype
Het instrument is voorgeconfigureerd voor gebruik van pH-glassensoren.
Wanneer een ander type sensor wordt gebruikt (pH ISFET, ORP), moet een ander
configuratiebestand worden geüpload naar de transmitter met behulp van een externe
transmitter. Dit wordt door specialisten van Endress+Hauser uitgevoerd.
Gebruikersrol: Maintenance
Bedrijfsmodus: Setup
64
Opties
Communicatie naar DCS
Bytevolg.
InformationEthernet
• IP-adres
• Gebruikt adresgebied
• Subnetmask
• Gateway-adres
Liquiline Control CDC90
Info
Overdracht Modbus-informatie
naar regelstation wanneer
Modbus wordt gebruikt als
veldbusprotocol.
Zie voor meer informatie over
"Modbus-communicatie", de
productpagina' s op het internet.
Instellingen Ethernet-adapter
Het instrument bezet 7
opeenvolgende IP-adressen. Deze
adressen moeten vrij zijn in het
netwerk.
Voorbeeld: geconfigureerd IP-
adres: 192.168.0.1
IP-adressen 192.168.0.2 -
192.168.0.7 zijn ook bezet.
Endress+Hauser