Wanneer de stand-bystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het geheugen, wordt het
scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de stand-bystand staat,
knipperen de aan/uit-lampjes.
VOORZICHTIG:
gegevensverlies te beperken.
De computer moet zijn ingeschakeld om de stand-bystand te kunnen activeren.
Druk op kort op de aan/uit-knop. om de stand-bystand te beëindigen.
OPMERKING:
naar de hotkey fn+f5.
QuickLock activeren
Druk op
fn+f6
QuickLock beveiligt uw gegevens door het aanmeldingsvenster van het besturingssysteem weer te
geven. Als het aanmeldingsvenster wordt weergegeven, kan de computer pas worden gebruikt nadat
een gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows is ingevoerd.
OPMERKING:
voor Windows instelt voordat u QuickLock gaat gebruiken.
Als u QuickLock wilt activeren, drukt u op fn+f6. Het aanmeldingsvenster wordt weergegeven en de
computer wordt vergrendeld. Als u daarna weer toegang wilt krijgen tot de computer, volgt u de
instructies op het scherm om uw gebruikerswachtwoord of beheerderswachtwoord voor Windows op te
geven.
32
Hoofdstuk 5 Cursorbesturing en toetsenbord
Sla uw werk op voordat u de stand-bystand activeert, om het risico van
In alle vensters in het besturingssysteem Windows verwijst de term slaapstandknop
om het systeem te vergrendelen.
Het is noodzakelijk dat u een gebruikerswachtwoord of een beheerderswachtwoord