De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld, maar kan
worden uitgeschakeld. U wordt aangeraden de hibernation-
voorziening alleen uit te schakelen tijdens het kalibreren van een
accu. Zo voorkomt u dat gegevens verloren gaan wanneer de
acculading een kritiek laag niveau bereikt.
»
Als u wilt controleren of de hibernationvoorziening is
ingeschakeld, selecteert u Start > Configuratiescherm >
Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad
Slaapstand. Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld,
is het selectievakje Slaapstand inschakelen ingeschakeld.
Uw werk onderbreken
Als u van plan bent uw werk kort te onderbreken: activeer de
standbystand bij korte onderbrekingen en de hibernationstand
bij langere onderbrekingen of om energie te besparen.
Hoe lang een accu de standbystand of de hibernationstand kan
ondersteunen of een lading kan bevatten, hangt af van de
notebookconfiguratie en de conditie van de accu. De
standbystand vraagt meer voeding dan de hibernationstand.
Als u binnen twee weken verder wilt werken: schakel de
notebookcomputer uit. Sluit de notebookcomputer indien
mogelijk aan op een externe voedingsbron om een geplaatste
accu volledig opgeladen te houden.
Als de notebookcomputer langer dan twee weken niet wordt
gebruikt en gedurende die tijd losgekoppeld blijft van de
netvoeding: schakel de notebookcomputer uit. Verwijder de accu
en bewaar deze op een koele, droge plaats om de levensduur van
de accu te verlengen.
Als het niet zeker is of een externe voedingsbron beschikbaar is
of betrouwbaar blijft: activeer de hibernationstand of sluit de
notebookcomputer af. De beschikbaarheid van voeding kan
onzeker worden in situaties als onweer of een bijna volledig
lege accu.
Handleiding voor de hardware en software
Energiebeheer
3–7