Overzicht van standbystand,
hibernationstand en afsluiten
van de computer
Standbystand
Met de standbystand wordt er minder stroom geleverd aan
systeemonderdelen die niet worden gebruikt. Wanneer de
standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het
RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en
knipperen de aan/uit/standby-lampjes. Het is meestal niet
noodzakelijk om uw werk op te slaan voordat u de standbystand
activeert, maar u wordt aangeraden dit uit voorzorg toch te doen.
Wanneer u de standbystand beëindigt, worden de gegevens weer
onmiddellijk weergegeven zoals ze op het scherm stonden.
Standaard wordt de standbystand door het systeem geactiveerd
nadat de notebookcomputer 10 minuten niet is gebruikt terwijl
deze op accuvoeding werkt, of nadat de notebookcomputer
20 minuten niet is gebruikt terwijl deze op externe voeding werkt.
Raadpleeg het gedeelte
hoofdstuk voor informatie over het wijzigen van deze instellingen.
Handleiding voor de hardware en software
"Energiebeheerschema's"
Energiebeheer
verderop in dit
3–5