22 (32)
6.5 Werken op een ongelijkmatige ondergrond
U moet extra voorzichtig zijn als u de apparatuur gebruikt op hellende terreinen en hellingen. Rijd langzaam,
met name op hellende, ongelijke of gladde oppervlakken en voorkom plotselinge veranderingen in snelheid of
richting. Gebruik de bedieningsorganen van de kniklader met voorzichtige en soepele bewegingen. Kijk uit
voor greppels, gaten in de grond en andere obstakels, omdat de kniklader kan kantelen als u tegen een
obstakel aanrijdt.
Het maximale hefvermogen kan niet worden bereikt op hellend terrein. Op horizontaal hellend terrein mag de
last niet te hoog worden opgeheven. Het knikpunt van het chassis moet recht worden gehouden bij het heffen
van zware lasten; het draaien van de last tijdens het heffen vermindert de stabiliteit van de kniklader en kan
ervoor zorgen dat de kniklader kantelt.
Maai hellingen door recht omhoog en omlaag te rijden, niet overlangs. Voorkom starten of stoppen op
hellingen. Wees uiterst voorzichtig als u van richting verandert op een helling.
Als de banden hun grip verliezen, stop dan de maaierbladen en rijd langzaam de helling af. Maai niet in de
buurt van kliffen, greppels of dijken. De kniklader kan plotseling omvallen als een wiel over de rand van een
klif of greppel komt of als er een rand instort.
.