nl De Bediening in essentie
ReStart
▶
Wanneer u het apparaat binnen 4 seconden na het
uitschakelen weer inschakelt, treedt de kookplaat in
werking met de vorige instellingen.
6.2 Instellen van de kookzones
Om de gewenste selecteerbare vermogensstand te kie-
zen,
of
aanraken.
Elke vermogensstand heeft een tussenstand. Deze is
aangeduid met een punt.
Vermogensstand
Kookzone en vermogensstand kiezen
1.
Om de kookzone te kiezen op
2.
Kies in de volgende 10 seconden de vermogens-
stand:
Op
drukken om de vermogensstand
‒
roepen.
Op
drukken om de vermogensstand
‒
roepen.
a De vermogensstand is ingesteld.
Opmerking: Wanneer er geen kookgerei op de kook-
plaat staat, of de pan niet geschikt is, dan knippert de
gekozen vermogensstand. Na een bepaalde tijd wordt
de kookzone uitgeschakeld.
QuickStart
▶
Wanneer u vóór het inschakelen kookgerei op de
kookplaat plaatst, dan wordt dit bij het inschakelen
herkend en wordt de betreffende kookzone automa-
tisch gekozen. Vervolgens in de volgende 20 secon-
den de vermogensstand kiezen, anders schakelt de
kookplaat zelf uit.
Kookstand wijzigen en kookzone uitschakelen
1.
De kookzone kiezen.
2.
Raak
of
aan, tot de gewenste kookstand ver-
schijnt. Om de kookzone uit te schakelen,
len.
Snel uitschakelen van de kookplaat
Gedurende 3 seconden het symbool van de kookzone
aanraken. De kookplaat schakelt uit.
6.3 Kookadviezen
De tabel geeft aan welke vermogensstand (
welk levensmiddel geschikt is. De bereidingstijd (
)kan variëren afhankelijk van de soort, het gewicht, de
dikte en de kwaliteit van de levensmiddelen. Om voor
te verwarmen, vermogensstand 8 - 9 instellen.
Smelten
1
Zonder deksel
2
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
8
Laagste vermogensstand
Hoogste vermogensstand
tippen.
op te
op te
instel-
) voor
Boter, honing, gelatine
Verwarmen en warm houden
1
Gekookte worstjes
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries
Gaarstoven, zachtjes laten ko-
ken
1
Aardappelballetjes
Geklopte sauzen, bijv. bearnai-
sesaus, hollandaisesaus
Koken, stomen, stoven
Rijst met dubbele hoeveelheid
water
Aardappelen in schil
1
Pasta
Soepen
Groente
Eenpansgerecht met de snel-
kookpan
Sudderen
Stoofvlees
2
Goulash
Sudderen / braden met weinig
1
vet
Schnitzel, al dan niet gepa-
neerd
Steak (3 cm dik)
Borst van gevogelte (2 cm dik)
Hamburger (2 cm dik)
Vis en visfilet, gepaneerd
Garnalen en krab
Sauteren van verse groente en
paddestoelen
Diepvriesgerechten, bijv. koe-
kenpangerechten
Omelet (na elkaar bakken)
Frituren, 150-200 g per portie
in 1-2 l olie, in porties frituren
Diepvriesproducten, bijv. frites,
kip-nuggets
Groente, paddestoelen, gepa-
neerd, in bierdeeg of in tempu-
ra
Klein gebak, bijv. beignets, Ber-
liner bollen, fruit in bierdeeg
1
Zonder deksel
2
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
1 - 2
-
3 - 4
-
3 - 4
15 - 25
4. - 5.
20 - 30
3 - 4
8 - 12
2. - 3.
15 - 30
4. - 5.
25 - 35
6 - 7
6 - 10
3. - 4.
15 - 60
2. - 3.
10 - 20
4. - 5.
-
4 - 5
60 - 100
3 - 4
50 - 60
6 - 7
6 - 10
7 - 8
8 - 12
5 - 6
10 - 20
6 - 7
10 - 20
6 - 7
8 - 20
7 - 8
4 - 10
7 - 8
10 - 20
6 - 7
6 - 10
3. - 4.
3 - 10
1
8 - 9
-
6 - 7
-
4 - 5
-