- NL -
Let op! Gebruik het apparaat nooit zonder doorstromend water of zonder pompfilter!
Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen: Stekker in het stopcontact steken. Het apparaat schakelt zichzelf direct in als de elektrische aansluiting
tot stand wordt gebracht.
Uitschakelen: Stekker uit het stopcontact trekken.
Lees de veiligheidsinstructies eerst door! Voordat u het geheel in gebruik neemt, moet u altijd eerst de pomp aanzetten
en controleren of de slangen en de afsluitkap goed zijn aangesloten. Controleer ook of de spanring met veiligheidspal
goed zit. De functieschakelaar moet op het symbool „Filteren" staan. Steek de stekker in het stopcontact, het blauwe
controlelampje gaat branden. Opmerking: als u het apparaat voor het eerst installeert, bereikt het zijn volledige biologi-
sche reinigingswerking pas na enkele weken. Een omvangrijke bacteriënactiviteit ontstaat pas vanaf een gebruikstem-
peratuur van + 10°C.
Opmerking: De ingebouwde temperatuursensor schakelt de UVC-lamp in geval van oververhitting automatisch uit en
als de UVC-lamp weer is afgekoeld wordt ze automatisch ingeschakeld.
Reiniging en onderhoud
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning!
Mogelijke gevolgen: de dood of zware verwondingen.
Veiligheidsmaatregelen:
− Voordat u in het water grijpt, dient u eerst de stekkers van alle apparaten die zich in het water bevinden
uit het stopcontact te trekken.
− Voor werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact trekken.
Lees de veiligheidsinstructies eerst door! Controleer en reinig de waterafvoer naar de vijver regelmatig. Bij verstopping
bestaat de kans dat de bedrijfsdruk hoger is dan 0,2 bar. De filterschuimen moeten regelmatig (bijv. om de twee
weken) gereinigd worden. Ten laatste echter, als er troebel of vuil water uit de wateruitlaat in de tuinvijver teruggeleid
wordt (u controleert de verontreiniging op het transparante slangmondstuk met de groene doorstromingsindicator op
de wateruitlaat).
Het reinigen van de filterschuimen met greepfunctie
Draai de afsluitkap van de reinigingsaansluiting c.q. van de aangesloten afvoerslang af. Trek de functieschakelaar
lichtjes omhoog en zet hem op „Reiniging" door hem helemaal naar rechts te draaien. Trek krachtig aan de reini-
gingsgreep en „pomp" meerdere malen, de filterschuimen worden op die manier mechanisch gereinigd. Druk de
reinigingsgreep helemaal naar onderen op het deksel (de twee O-ringen worden merkbaar vastgeklemd). Het filter
wordt nu helder gespoeld. Zodra u door het transparante slangmondstuk op de reinigingsaansluiting alleen nog maar
schoon water ziet, moet u de functieschakelaar lichtjes omhoog trekken en omschakelen op „Filteren" door hem
helemaal naar links te draaien. Draai de afsluitkap met ingelegde vlakke afdichting weer goed vast. Controleer aan de
hand van de groene doorstromingsindicator op de wateruitlaat de watertoevoer naar de vijver toe.U reinigt de filter-
schuimen door ze schoon te spoelenMaak de filterschuimen schoon als dat nodig is of vervang ze. Gebruik geen
chemische reinigingsmiddelen. Trek de stekker uit het stopcontact, zet de pomp uit en beveilig ze tegen per ongeluk
inschakelen. Verwijder alle slangen door de wartelmoeren er af te draaien en neem de spanring weg. Trek de borgpal
daartoe terug, druk de sluithaak naar binnen toe en maak de spanring open. Til het deksel met het filterschuimpakket
af en leg het met de kop op een zachte, schone ondergrond, zodat de filterschuimen met de filterschijf naar boven
wijzen. Als gevolg van mechanische slijtage en normale veroudering kunnen de filterschuimen in elkaar vallen. De
filterschuimen moeten worden vervangen, als ze helemaal zonder tussenruimte op de onderste filterschijf liggen en de
slijtagemarkering van de bovenste schijf helemaal zichtbaar is (7). Draai de bovenste filterschijf los door de twee
schroeven los te draaien, trek de filterschuimen los en reinig ze door ze onder stromend water stevig in elkaar te
drukken. Trek de onderste filterschijf los en spuit de container, het deksel met de roosterbuis, beide filterschijven en de
spanring goed schoon. Trek het bypassventiel omhoog en reinig de toevoerkam van de UVC (9). Het filterschuim met
de kaarg omhoog op de roosterbuis en de reinigingsstangen schuiven. Begin in dit geval met een groot blauw filter-
schuim en wissel dit af met een klein rood filterschuim, zodat de reinigingsstangen in de twee uitsparingen van het
grote gat van de filterschuimen liggen. Zet de filterschijf met de kraag naar onderen toe er op en draai hem met de
twee schroeven vlak op de reinigingsstangen vast. Belangrijk: indien de reinigingsstangen door de gaten van de
filterschijf heen geschoven kunnen woerden, moet de filterschijf 90° op het andere gatenpatroon gedraaid worden. De
roosterbuis moet volledig in de kraagdoorsnede liggen. Leg de dekselafdichting op de bovenste rand van de container
(10) en druk het deksel met het filterschuimpakket op de container. Leg de spanring op de rand van de container en
het deksel (klem de stroomkabel niet mee vast!), druk op het deksel, klik de sluiting vast, schuif de borgpal in (8).
Monteer de slangaansluitingen. Neem de pomp eerst opnieuw in gebruik en steek dan de stekker van het apparaat in
het stopcontact.
18