Warmtepomp alféa extensa +
2 4 2 Plaatsing van de buitenunit
De buitenunit moet zich minstens 50 mm boven de vloer
bevinden. In besneeuwde gebieden moet een grotere
hoogte voorzien worden, maar deze mag nooit groter
zijn dan 1,5 m
(figuur
16).
- Bevestig de buitenunit met schroeven en elastische
borgringen of borgringen om loskomen ervan te
beletten.
" Opgepast
In gebieden waar veel sneeuw valt, kunnen de ingang
en de uitgang van de buiteneenheid geblokkeerd raken
door sneeuw, waardoor het moeilijk wordt om zich te
verwarmen en er zelfs een storing kan optreden.
Een luifel bouwen of het toestel op een hoge steun
plaatsen (plaatselijke configuratie).
- Het toestel op een stevige steun monteren om
schokken en trillingen te minimaliseren.
- Het toestel niet rechtstreeks op de grond plaatsen,
want dat kan problemen veroorzaken.
2 4 3 Aansluiting van de condensaatafvoer
(zie
figuur
16).
Indien het gebruik van een afvoerbuis noodzakelijk is:
- Instal de condensaatafvoerbak (optie / code 074008)
modellen extensa + 5, 6 en 8 alleen.
- Gebruik het meegeleverde bochtstuk (C) en sluit
een slang met een diameter van 16 mm aan voor de
condensaatafvoer.
- Gebruik de meegeleverde stop(pen) (B) om de
opening van de condensaatbak te dichten.
Voorzie een gravitaire afloop van de condensaten
(afvalwater, regenwater, grindbed).
" Indien de installatie uitgevoerd wordt in
een gebied waar de temperatuur gedurende
lange tijd lager kan zijn dan 0°C, dient de
afvoerleiding te worden uitgerust met een
elektrisch verwarmingslint om te vermijden
dat ze aanvriest. Het verwarmingslint moet niet
alleen de afvoerleiding verwarmen, maar ook de
onderkant van de condensaatopvangbak van
het toestel
- 16 -
H
* In streken waar het vaak sneeuwt,
moet (H) hoger zijn dan de gemiddelde sneeuwlaag.
H
" Modellen extensa + 10, 13 en 16 alleen
B
C
figuur 16 - Plaatsing van de buitenunit,
afvoer van de condensaten
Handleiding voor installatie en indienststelling "1734 - NL"
C
B