4.
Breng een merkteken aan op het mes op de
plaats waar dit de rand van het ondermes kruist.
Opmerking:
Dit maakt latere instellingen
eenvoudiger.
5.
Plaats een vulplaat of voelermaat van 0,05 mm
tussen het mes en de rand van het ondermes op
het punt dat in stap
6.
Draai aan de rechterafstelschroef van de snijbalk
(Figuur
8) tot u een lichte druk (weerstand) voelt
als u de vulplaat heen en weer schuift. Verwijder
de vulplaat.
7.
Voor de linkerzijde van de maaieenheid draait u
de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde
mes de rand van het ondermes kruist tussen de
eerste en de tweede schroefkop.
8.
Herhaal stap
4
tot en met
van de maaieenheid en de linkerstelschroef van
de snijbalk.
9.
Herhaal stap
5
en
de contactpunten aan de linker- en rechterkant
van het maaidek.
10.
Om een licht contact tussen het ondermes en
de messenkooi te verkrijgen dient u elk van
de stelschroeven van de snijbalk 3 klikstanden
rechtsom te draaien.
Opmerking:
Elke klikstand van de stelschroef
van de snijbalk beweegt het ondermes
0,018 mm. Draai de stelschroeven niet te
vast.
Stelschroef rechtsom draaien: de rand van het
ondermes beweegt naar de messenkooi toe.
Stelschroef linksom draaien: de rand van het
ondermes beweegt van de messenkooi af.
11.
Plaats een lange strook maai-testpapier
(Toro- onderdeelnummer 125-5610) tussen de
messenkooi en het ondermes, haaks op het
ondermes
(Figuur
dan langzaam naar voren; de kooi moet het
papier afsnijden. Zo niet, draai elke stelschroef
van de snijbalk dan 1 klik rechtsom en herhaal
deze stap totdat het papier wel gesneden wordt.
4
gemerkt is.
6
voor de linkerzijde
6
totdat er een lichte druk is bij
10), en draai de messenkooi
Opmerking:
Als het contact tussen het ondermes
en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand
van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid
slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig
zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie
Toro- handleiding Slijpen van maaimachines met
messenkooien en roterende messen, documentnr.
09168SL).
9
Figuur 10
g276305