De maaihoogte-instelling
uitvoeren
Stel de maaihoogte in op de gewenste maaihoogte
met een maaihoogtemeter en zorg ervoor dat
uw maai-eenheid is uitgerust met een ondermes
dat het best geschikt is voor uw gewenste
maaihoogte; zie
De maai-eenheid aanpassen aan de
gazonomstandigheden (bladz.
De hoogtelat instellen
Voordat u de maaihoogte instelt moet de hoogtelat
worden ingesteld:
1.
Draai de moer op de hoogtelat los en draai de
stelschroef op de gewenste maaihoogte
11).
Opmerking:
De afstand tussen de onderkant
van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.
Figuur 11
1. Hoogtelat
2. Stelschroef voor
maaihoogte
2.
Draai de moer vast.
10).
(Figuur
g000489
3. Moer
De maaihoogte instellen
1.
Draai de borgmoeren los waarmee de
maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de
zijplaten van de maai-eenheid
1. Stelschroef
2. Borgmoer
2.
Haak de schroefkop van de hoogtelat aan de
rechterkant van de snijrand van het ondermes
en laat het achteruiteinde van de lat rusten op
de tractietrommel
1. Hoogtelat
2. Rol
3.
Draai aan de stelschroef totdat de rol contact
maakt met de voorzijde van de hoogtelat.
4.
Herhaal stap
2
5.
Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele
rol evenwijdig aan het ondermes is.
12
(Figuur
Figuur 12
3. Maaihoogtearm
(Figuur
13).
Figuur 13
3. Ondermes
4. Tractietrommel
en
3
voor de linkerkant.
12).
g276359
g276932