11.6Elektrische aansluiting
Voor de conformiteit van de elektrische aansluiting, moet het
apparaat gevoed worden door een circuit uitgerust met een
meerpolige netschakelaar met een opening groter dan 3 mm of een
stopcontact
1
Driewegmengkraan (circuit C)
2
Pomp (circuit C)
3
Veiligheidsthermostaat (circuit C)
4
Driewegmengkraan (circuit B)
5
Pomp (circuit B)
6
Veiligheidsthermostaat (circuit B)
7
Hulpuitgang
8
Laadpomp of Driewegklep
9
Pomp (circuit A)
10 Begrenzingsthermostaat en permanente fase
11 Voeding met voorbedrading
12 Aanvoertemperatuurvoeler (circuit B)
13 Ingang 0-10 V
14 Omgevingsvoeler (circuit B)
15 Omgevingsvoeler (circuit A)
16 Sanitair-warmwatervoeler
17 Buitenvoeler
18 Veiligheidscontact
19 Telefonisch relais
20 Omgevingsvoeler (circuit C)
21 Aanvoertemperatuurvoeler (circuit C)
Kantel het bedieningspaneel.
De as losdraaien die de frontplaat van de regelaar op zijn
plaats houden.
De frontplaat naar rechts draaien.
De 2 schroeven losdraaien die de uitschuifbare module
waarop de relaiskaart van de voelers rust op zijn plaats houdt.
De uitschuifbare module naar voren schuiven.
25/06/08 - 300006834-001-H
De elektrische aansluitingen moeten door een installateur
tot stand worden gebracht.
Neem de polen die op het klemmenbord zijn aangegeven in
acht : fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider
GMR 4000 Condens
11. Aansluiting van de verwarmingsketel
..
33