WAARSCHUWING
Bewegende onderdelen kunnen uw vingers of andere
lichaamsdelen afknijpen of amputeren. Om het risico op
ernstig letsel, waaronder ook amputatie, te verminderen,
moet u uw vingers uit het aanslagpenhuis (45) en uit de
uitlaatopeningen houden.
Detail van luchtrichtkleppen
H (37, 17)
30
A of D (38)
Afgebeeld model 208356
18
(16) G
(19) B
Afb. 2
Opheffen van storingen
41
06466
45
3
1
F (21)
J (29)
C
(23, 61)
E (25)
06465
Afgeslagen motor
Om een afgeslagen motor te herstarten, moet u de
hefring (18) van het aanslaghuis (45) verwijderen en met
behulp van een schroevendraaier het luchtklephuis (30)
omlaag drukken. Zie Afb. 2.
Luchtlekken lokaliseren
Sluit de luchttoevoer af en haal de luchtslang los om er
achter te komen waar een luchtlekkage zit. Schroef het
inlaatkoppelstuk (3) uit het luchtspruitstuk (41). Verwijder het
schild (51) en schroef vervolgens het koppelstuk weer in het
spruitstuk. Sluit de luchtslang aan en draai de luchttoevoer
open. De druk van de inkomende lucht niet boven 0,28 MPa
(2,8 bar) laten komen. Gebruik de detectiemethodes die
staan opgesomd in het Controleschema om er achter te
komen waar een luchtlek zit. Zie Afb. 2.
Controleschema
Letteraan-
duidingen
in Afb.
Slagpositie
Alleen OP-
A
gaande slag
(luchtklephuis
onder)
onder)
B
C
Alleen NEER-
D
gaande slag
(luchtklephuis
boven)
E
F
G
BEIDE
H
J
Detectie-
Oorzaak van het
methode
lekken
Door te voelen
Opgeblazen
luchtspruitstuk-
pakkingen (38)
Door te voelen
Opgeblazen
pakking (19)
luchtcilinder
Spuit wat
Versleten
olie rond de
halspakkingen
wisserdichting
(23 of 61)
(25)
Door te voelen
Opgeblazen
pakking van
luchtspruitstuk
(38)
Door te voelen
Beschadigde
wisserdichting
(25)
Spuit wat
Versleten
olie rond het
pakking (21)
lager (1)
van tuimelaar.
Spuit wat
Versleten pakking
olie rond het
van tuimelaar (16)
lager (1)
Spuit wat olie
Versleten lucht-
rond de lucht-
kleppen (37) of
klep (30)
o-ringen (17)
Houd een
Versleten o-ring
strook papier
(29) van zuiger.
tegen de uit-
laatgaten aan
307049
7