4.
Technische gegevens
4.1.
Basisgegevens/randvoorwaarden
Bedrijfsoverdruk
Testoverdruk
Ketelvertrek- en retour-flenzen
Maximale bedrijfstemperatuur
Minimale retourtemperatuur:
Maximaal CO
-gehalte
2
(droog verbrandingsproduct)
4.2.
Waterkwaliteit
De volgende regels zijn van toepassing zodra de verwarmingsketel in gebruik wordt genomen en ze blijven geldig
tot het einde van de levensduur van het product.
Voorbereiding van het watercircuit voordat de verwarmingsketel in werking wordt gesteld:
Voor elke installatie (renovatie of nieuwe installatie) moeten de leidingen van het watercircuit grondig worden
schoongemaakt. Dat is nodig om ziektekiemen en resten die aanleiding geven tot de vorming van bezinksel, te
verwijderen.
Vooral in het geval van een nieuwe installatie moeten vet, roest en kleine koperafzettingen worden verwijderd.
Voor te renoveren installaties moet u het bezinksel en het roest dat zich geleidelijk aan heeft gevormd,
verwijderen.
U kunt de leidingen op twee manieren schoonmaken: een snelle oplossing die slechts enkele uren in beslag
neemt en een geleidelijke aanpak, die enkele weken tijd vergt. In het 1
schoonmaken voordat u de nieuwe verwarmingsketel aansluit. In het tweede geval plaatst u een filter op de
retourleiding van de verwarmingsketel om het losgekomen bezinksel op te vangen.
Door de installatie schoon te maken voordat u die gebruikt, verbetert u het rendement, beperkt u
bovendien het energieverbruik en gaat u de vorming van roest en kalkafzetting tegen. Daarvoor is echter
de interventie van een professional nodig (waterbehandeling).
De installatie beschermen tegen kalkafzetting
Water bevat van nature opgeloste calcium- en carbonaationen, die verantwoordelijk zijn voor de vorming van
kalkaanslag
(calciumcarbonaat).
voorzorgsmaatregelen te treffenmet betrekking tot het vulwater: TH < 10 °f
Tijdens de levensduur van de verwarmingsketel, moet er af en toe water worden bijgevuld. Daardoor kan er
kalkaanslag ontstaan in het circuit. De som van de hoeveelheid vulwater en suppletiewater mag tijdens de
levensduur van de installatie niet meer bedragen dan driemaal de watercapaciteit van de
verwarmingsinstallatie. Bovendien moet de hardheid van het suppletiewater onder controle worden gehouden.
Suppletiewater: TH < 5 °f
Een aanzienlijke aanvoer van niet-behandeld water veroorzaakt systematisch kalkaanslag. Om deze parameter te
controleren en anomalieën te detecteren, moet er verplicht een teller worden geïnstalleerd die de
watertoevoer meet.
Indien deze richtlijnen niet worden gerespecteerd (som van het vulwater en het suppletiewater hoger dan
driemaal de watercapaciteit van de verwarmingsinstallatie), is een complete reiniging (verwijderen van bezinksel
en kalkaanslag) nodig.
Wat de werking betreft, zijn er extra voorzorgsmaatregelen nodig:
Als u een onthardingsmiddel in de installatie gebruikt, moet de uitrusting regelmatig worden gecontroleerd
om te vermijden dat er chloor vrijkomt in het circuit: de chloorconcentratie moet altijd minder dan 50 mg/liter
bedragen.
Om kalkafzetting te vermijden (vooral op de warmtewisselingsoppervlakken), moet de installatie geleidelijk
aan in werking worden gesteld: eerst op het minimale vermogen, in combinatie met een hoog waterdebiet
in het primaire circuit.
Als het water in het circuit niet de gewenste eigenschappen heeft (bv.: hoge waterhardheid), moet het
behandeld worden. Deze behandeling moet worden toegepast op het vulwater en wanneer het water
wordt vervangen of indien er suppletiewater wordt bijgevuld.
Bij installaties die uit meer dan 1 verwarmingsketel bestaan, moeten de verwarmingsketels gelijktijdig op
het minimale vermogen in werking worden gesteld. Op die manier verhindert u dat er zich kalk uit het water
afzet op de warmtewisselingsoppervlakken van de eerste verwarmingsketel.
Om werken op de installatie uit te voeren, is het aan te bevelen om de secties van het circuit waarop de
werken worden uitgevoerd, volledig af te laten.
De bovenstaande richtlijnen werden opgesteld om in de mate van het mogelijke kalkaanslag op de
warmtewisselingsoppervlakken te vermijden. Op die manier verhoogt u de levensduur van de verwarmingsketels.
Om de werking van de uitrusting te optimaliseren, kunt u eventueel de kalkafzetting laten verwijderen. Dit moet
door een gespecialiseerd bedrijf gebeuren. Bovendien moet u, telkens wanneer u de installatie in werking wilt
stellen, controleren of het circuit niet beschadigd is (bv.: door een lek). Indien overmatige kalkafzetting wordt
Maat- en constructiewijzigingen voorbehouden!
VARINO GRANDE 350 - 600
geen beperking
bij aardgas E/LL
bij vloeibaar gas P
Om
buitensporige
afzetting
7
6,0 bar
9,0 bar
PN 6
100°C
11.7%
13.7%
e
geval moet u de leidingen in elk geval
te
voorkomen,
dient
© Copyright YGNIS AG CH-Ruswil
u
de
nodige
Editie 28.01.2022