Belangrijk!
Sticker verwijderen van de opening voor de draadaansluiting
(005.1) in het filterhuis (001). Draadaansluiting (005.1 en
005.2) in het filterhuis (001) schroeven.
6.3
Instellen van de analoge voorfilterbewaking
Wordt de verontreinigingsgraad van de filterkorf (002) via een
analoge voorfilterbewaking met afsluitorgaan gecontroleerd,
dan dient dit te worden ingesteld. Stel de arreteerwijzer
hiervoor op de getoonde waarde in.
6.4
Gebruikswijzen en starts/tijdseenheden
Alle typen zijn bij gevulde pomp bestemd voor gebruikswijze
S1 (continu bedrijf).
Pas op!
Langer gebruik bij gesloten klepafsluiters leidt tot verhitting
van het medium en de pomp.
Klepafsluiters voor gebruik openen.
Belangrijk!
Een motorveiligheidsschakelaar of adequate motorbevei-
liging met een activeringskarakteristiek conform DIN VDE
0660 gebruiken.
Maak niet meer tien dan starts per uur. Hiermee voorkomt u
een sterke temperatuurstijging in de motor en een overma-
tige belasting van pomp, motor, pakkingringen en lagering.
Toelaatbaar aantal starts van eventuele aanloopapparaten
navragen bij de desbetreffende apparaatproducent.
6.5
Starten
De pomp starten
1. Klepafsluiter en sluitkranen van de mano-
meter sluiten,
2. Motor inschakelen,
3. Sluitkranen van de manometer openen.
Klepafsluiter bij lege drukleiding eerst een klein stukje
openen. Bij volle leiding tot bereiken van de toegestane
motorbelasting openen (stroommeter-display vergelijken
met de informatie op de motortypeplaat!).
Inbedrijfsname
37