6.
Inbedrijfsname
Controleer de pomp voor inbedrijfsname en test de werking.
Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht:
- Draai de motoras meerdere keren met de
hand!
- Pomp nooit laten drooglopen!
- Zijn de pomp en de pijpleidingen volgens
de voorschriften aangesloten?
- Voldoet de elektrische aansluiting aan de
geldende bepalingen?
- Is de thermische beveiliging aangesloten?
- Is de motorbeveiliging goed ingesteld?
- Is de oliequench bij het Seal-Guard-
systeem (indien aanwezig) in het peilglas
te zien en voldoende?
- Is het ETS X4 (indien aanwezig) aange-
sloten?
- Klopt de draairichting van de pomp ook bij
gebruik via een noodstroomaggregaat?
- Zijn de voor het gebruik noodzakelijke
klepafsluiters geopend?
- Is de pomp goed vast gemonteerd?
- Zijn de in- en uitlaten van het pompstation
gevaarvrij en gecontroleerd?
Wees voorzichtig!
Droogloop van de pomp vernietigt de
mechanical seal!
Pomp en toevoerleiding voor het star-
ten van de pomp met medium vullen.
Hierna ontluchten.
De kogelafsluiter (006) in de tussenbehuizing (113) dient
voor de ontluchting van de pomp. Bij pompen van het type
herborner.X-C bevindt zich de kogelafsluiter (006) op de
retourleiding (702) van de blokmotor (802).
Bij de kogelafsluiter (006) bevindt zich de volgende sticker:
Afbeelding 6
Sticker ontluchting
De sticker wijst erop dat de kogelafsluiter (006) na ontluchting
moet worden gesloten.
Instructies op de sticker volgen.
Belangrijk!
Controleer bij pompen van het type herborner.X-C na het
ontluchten bij inbedrijfsname de doorstroming in de aan- en
afvoerleidingen!
Belangrijk!
Geïnstalleerde reservepompen afwisselend via de besturing
gebruiken.
Dit garandeert de bedrijfsgereedheid van de pompen.
Bij uitvoering met overstromingsbeveiliging:
Wees voorzichtig!
Vaste deeltjes in het afdichtingdeel van
de asafdichtingsring verhinderen een
nauwkeurige afdichting!
Pompen van het type herborner.X-C
met overstromingsbeveiliging na over-
stroming niet gebruiken.
Asgedeelte en asafdichtingsring con-
troleren op vervuiling en vaste deeltjes
en eventueel met water reinigen.
Pas hierna kan de pomp opnieuw in
werking worden gesteld.
Inbedrijfsname
35