Overige papierspecificaties
Poreusheid:
De dichtheid van de papiervezels
Stijfheid:
Het papier moet stijf genoeg zijn zodat het niet dubbelvouwt in het apparaat en een papierstoring
veroorzaakt.
Opkrullen:
De meeste papiersoorten gaan van nature opkrullen als de verpakking geopend is. Als er papier
door de fixeereenheid gaat, dan krult het licht omhoog. Voor vlakke afdrukken moet u het papier zo plaatsen dat
de krul naar de onderkant van de lade wijst.
Statische elektriciteit:
hecht. Kies papier dat makkelijk ontlaadt zodat de kopieën niet aan elkaar vastkleven.
Witheid:
De witheid van het papier beïnvloedt het afdrukcontrast. Gebruik witter papier voor scherpere,
helderdere afdrukken.
Kwaliteit:
Er kunnen apparaatstoringen optreden als de vellen niet van hetzelfde formaat zijn of als de hoeken
niet recht zijn, de randen te ruw, de vellen niet gesneden of de randen of hoeken gekreukt zijn. Let om deze
problemen te voorkomen extra goed op als u het papier zelf snijdt.
Verpakking:
Kies papier dat goed verpakt is en in dozen gestapeld is. De verpakking zelf moet bij voorkeur
behandeld zijn met een coating tegen vocht.
Speciaal behandeld papier:
ze aan de basisspecificaties. Als u deze papiersoorten wilt gebruiken, schaf dan eerst een kleine hoeveelheid
aan om het uit te proberen.
•
Glanzend papier
•
Papier met een watermerk
•
Papier met een ongelijk oppervlak
•
Geperforeerd papier
Speciaal papier
In dit gedeelte wordt het afdrukken op speciale papiersoorten en afdrukmedia beschreven.
De volgende papiersoorten en media kunnen gebruikt worden.
•
Overheads
•
Voorbedrukt papier
•
Bond-papier
•
Gerecycled papier
•
Dun papier (van 60 g/m
•
Briefpapier
•
Gekleurd papier
•
Geperforeerd papier
•
Enveloppen
•
Karton (Hagaki)
•
Dik papier (van 106 g/m
•
Etiketten
Tijdens het afdrukken wordt het papier elektrostatisch geladen zodat de toner zich
Wij adviseren u om niet af te drukken op de volgende papiersoorten, ook al voldoen
2
2
tot 105 g/m
of minder)
2
2
tot 300 g/m
of minder)
Appendix-8