Oproepdoorschakeling
<
7.
Toets
resp.
r
8.
Toets
indrukken.
Bestemming invoeren:
9.
Voer met behulp van het numerieke
toetsenblok het gewenste telefoon-
nummer in.
r
10. Toets
indrukken.
>
indrukken.
Het display wisselt tussen de functies altijd,
bezet, vertraagd, telefoon gereed en uit:
altijd: elke oproep wordt direct naar het aan-
gegeven telefoonnummer doorgeschakeld.
bezet: een oproep wordt alleen tijdens het
telefoneren omgeleid.
vertraagd: een oproep wordt omgeleid als de
oproep niet binnen 15 sec. wordt aangeno-
men.
uit:
er
is
geen
ingesteld. De telefoonbeantwoorder is niet
ingeschakeld.
De cursor verschijnt in het display.
In het display verschijnt "bestemming
ingeven". (Alleen voor de functie Oproep-
doorschakeling altijd, bezet, vertraagd).
In het display verschijnt uw invoer.
De instelling wordt opgeslagen.
56
oproepdoorschakeling