Instellingen van het systeem
Verbinding instellen
Met de functie Verbinding heeft u de mogelijkheid om een geaccepteerd gesprek (zie ook het hoofd-
stuk "Gesprek verbinden") naar een andere aansluiting door te verbinden. Afhankelijk van de
telefooncentrale wordt deze functie via de ISDN-functie ECT of via een andere methode uitgevoerd.
Mocht uw telefooncentrale ECT niet ondersteunen dan dient u de functie hier uit te schakelen.
<
1.
Toets
resp.
"Instellingen" te selecteren.
-
2.
Toets
indrukken.
<
3.
Toets
resp.
"Systeem" te selecteren.
-
4.
Toets
indrukken.
-
5.
Toets
indrukken.
<
6.
Toets
resp.
"ECT" te selecteren.
r
7.
Toets
indrukken.
<
8.
Toets
resp.
r
9.
Toets
indrukken.
Doorverbinden (CD) instellen
U heeft de mogelijkheid om een oproep door te verbinden naar een andere aansluiting zonder deze
eerst aan te nemen. U kunt hier het telefoonnummer voor deze aansluiting van tevoren instellen.
<
1.
Toets
resp.
"Instellingen" te selecteren.
-
2.
Toets
indrukken.
<
3.
Toets
resp.
"Systeem" te selecteren.
-
4.
Toets
indrukken.
-
5.
Toets
indrukken.
<
6.
Toets
resp.
"Doorverbinden (CD)" te selecteren.
r
7.
Toets
indrukken.
8.
Voer hier het telefoonnummer
waarnaar doorverbonden moet wor-
den in met behulp van het numerieke
toetsenblok.
r
9.
Toets
indrukken.
>
indrukken om
>
indrukken om
>
indrukken om
>
indrukken.
>
indrukken om
>
indrukken om
r
indrukken om
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder".
In het display verschijnt "Systeem".
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "MSN".
In het display verschijnt "ECT".
In het display verschijnt de huidige instelling.
Met elke druk op de toets wisselt het display:
aan: verbinden via ECT is ingeschakeld.
uit:
verbinden via ECT is niet ingescha-
keld.
De instelling wordt opgeslagen.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder".
In het display verschijnt "Systeem".
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "MSN".
In het display verschijnt "Doorverbinden
(CD)".
In het display verschijnt "Bestemming ingeven".
Het telefoonnummer verschijnt in het display.
De instelling wordt opgeslagen.
38