Instellingen van het systeem
Invoer van het MSN
Uw ISDN-aansluiting en daarmee tevens uw tiptel 193 kan via één of meerdere telefoonnum-
mers (MSN) worden bereikt. (Telefoonnummers dienen bij uw netwerkleverancier te worden
opgevraagd). U kunt aan de tiptel 193 max. 6 telefoonnummers toewijzen.
<
1.
Toets
resp.
"Instellingen" te selecteren.
-
2.
Toets
indrukken.
<
3.
Toets
resp.
"Systeem" te selecteren.
-
4.
Toets
indrukken.
-
5.
Toets
indrukken.
-
6.
Toets
indrukken.
<
7.
Toets
resp.
gewenste "MSN" (MSN 1 ... MSN 6) te
selecteren.
r
8.
Toets
indrukken.
9.
Voer met behulp van het numerieke
toetsenblok uw MSN in.
r
10. Toets
indrukken.
Kiezen van het uitgaande MSN
Hier definieert u met welk MSN het toestel bij uitgaande gesprekken zich in de centrale meldt.
De kosten worden dan aan dit MSN telefoonnummer toegewezen.
-
1.
Toets
resp.
"Instellingen" te selecteren.
-
2.
Toets
indrukken.
<
3.
Toets
resp.
"Systeem" te selecteren.
-
4.
Toets
indrukken.
-
5.
Toets
indrukken.
<
6.
Toets
resp.
gaande MSN" te selecteren.
r
7.
Toets
indrukken.
8.
Voer met behulp van het numerieke
toetsenblok een cijfer in tussen 1 en
6 voor het kiezen van het MSN.
r
9.
Toets
indrukken.
>
indrukken om
>
indrukken om
>
indrukken om het
-
indrukken om
>
indrukken om
>
indrukken om "uit-
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "tel.beantwoorder".
In het display verschijnt "Systeem".
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "MSN".
In het display verschijnt "MSN 1" en het MSN
indien deze is ingevoerd.
In het display verschijnt het MSN.
In het display verschijnt "MSN invoeren".
Het MSN wordt opgeslagen.
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder".
In het display verschijnt "Systeem".
In het display verschijnt "ISDN".
In het display verschijnt "MSN".
In het display verschijnt "uitgaande MSN".
In het display verschijnt de huidige instelling".
De instelling wordt opgeslagen.
35