installatie
onderhoud
6.3
elektrische aansluitingen
Alle relevante elektrische waarden zijn vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel".
de zonnemodule kan in normale gebruiksvoorwaarden de op de
sticker vermelde waarden overschrijden. Om de nominale span-
ningswaarden van componenten, nominale stroomwaarden van
kabels en de waarde van zekeringen te bepalen, moeten de ver-
melde waarden voor kortsluitstroom en nullastspanning worden
vermenigvuldigd met een factor 1,25.
de zonnemodules voldoen aan de vereisten van toepassingsklasse
A. Ze kunnen in vrij toegankelijke systemen met meer dan 50 V
gelijkspanning (dC) of 240 W vermogen worden gebruikt.
GEVAAR voor elektrische schok
Maak geen verbindingen los terwijl deze belast zijn.
Zorg voor voldoende bescherming tegen contact met
spanningsgeleidende onderdelen.
f Gebruik uitsluitend geïsoleerd gereedschap.
6.3.1 Parallel- en serieschakeling
Instructie
d e v er eis ten inz ake aar d e m o e ten v o o r
het begin van de werken worden gecontroleerd aan de
hand van de geldende voorschriften en normen.
f Houd rekening met de positie van de aardingsboring
in het hoofdstuk "Technische gegevens/Afmetingen".
Modules van dezelfde uitvoering kunnen in parallel of in serie
worden geschakeld.
Toestel- en milieuschade
!
Om beschadigingen te vermijden:
f gebruik bij serie- en parallelschakeling uitsluitend
modules van dezelfde uitvoering en hetzelfde ver-
mogen.
f bij het plannen van de schakeling moeten alle elek-
trische grenswaarden van de op het systeem aange-
sloten componenten worden nageleefd. dit heeft in
eerste instantie betrekking op het aantal in serie of
parallel geschakelde modules.
f ga na of de polen correct aangesloten zijn.
www.stieBel-eltron.com
de aansluitdoos zit aan de achterzijde van de module:
1
2
3
1 Aansluitdoos
2 stekker
3 Aansluitkabels
4 Bus
f Haal de stekker en de bus uit de houder.
f Verbind de stekker van deze module met de bus van de vol-
gende module.
f Vergrendel de stekker met de bus.
f sluit de stekker of de bus van de eerste en de laatste mo-
dule in de elektrische groep aan op de groepskabel naar de
ondulator.
6.3.2 aarde
Een aardleiding kunt u bevestigen aan de boringen in het frame
(zie hoofdstuk "Technische gegevens"/"Afmetingen").
7.
Onderhoud
de modules zijn onderhoudsarm. We adviseren een jaarlijkse vi-
suele controle.
f Controleer daarbij ook de mechanische verbindingen en de
elektrische aansluitingen op beschadigingen.
Vuil op de modules vermindert het vermogen en de opbrengst.
Wanneer de modules gemonteerd zijn in een hoek van meer dan
15°, volstaat in principe reiniging door de regen.
Toestel- en milieuschade
!
Om beschadiging door krassen of hoge temperatuurver-
schillen te vermijden:
f gebruik ook voor de reiniging van sterke verontrei-
niging uitsluitend neutrale, vloeibare reinigingsmid-
delen,
f gebruik geen reinigingsmiddelen met schurende of
slijpende werking,
f gebruik alleen spoelwater dat aangepast is aan de
temperatuur van het moduleoppervlak,
f veeg het moduleoppervlak af met water en een
zachte doek.
4
tegreon |
5