Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding
1 Veiligheidsinstructies
LET OP
• Het apparaat mag uitsluitend voor het door de fabrikant beoogde doel worden gebruikt.
• Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat en stel ze iedere gebruiker ter beschikking.
• Niet toegestane veranderingen en het gebruik van onderdelen of bijkomende apparatuur die niet door de
fabrikant van het apparaat worden verkocht of aanbevolen, kunnen brand, elektrische schokken en
verwondingen tot gevolg hebben. De fabrikant kan dan ook niet meer aansprakelijk worden gesteld en de
garantie op het product vervalt.
• Op het apparaat zijn de garantievoorwaarden van de fabrikant op het moment van aankoop van het
toestel van toepassing. Die fabrikant is niet aansprakelijk in geval van verkeerde manuele of auto-
matische instelling van parameters of foutief gebruik van het toestel.
• De behuizing mag niet worden geopend.
• Reparaties mogen enkel door de fabrikant worden uitgevoerd.
• De gebruikte stroomverbinding moet voldoen aan de eisen van SELV en voldoen aan een
stroombeveiliging volgens EN 60950-1.
• Aansluit-, ingebruikname-, onderhouds-, meet- en instelwerkzaamheden aan de voertuigdetector mogen
enkel worden uitgevoerd door een elektromonteur met de nodige kennis van ongevallenpreventie.
• Bij de omgang met toestellen, die met elektrische spanning in aanraking kunnen komen, moeten de
geldende VDE-voorschriften in acht worden genomen. Dit zijn met name, zonder aanspraak op
volledigheid te maken, VDE 0100, VDE 0550/0551, VDE 0700, VDE 0711, VDE 0860, VDE 0105
alsmede de brand- en ongevallenpreventievoorschriften BGV A3 (vroeger VBG4).
• Het uitschakelen van een bedrijfsaanduiding is geen indicator dat het toestel uitgeschakeld en
spanningsloos is.
• Alle werkzaamheden aan het toestel en zijn plaatsing moeten uitgevoerd worden conform de nationale en
algemene elektrische voorschriften en de plaatselijke voorschriften.
• De gebruiker of installateur is ervoor verantwoordelijk dat het toestel conform de algemeen erkende
technische regels van het land van de installatie alsmede andere regionaal geldende voorschriften wordt
geïnstalleerd en aangesloten. Volgende punten verdienen bijzondere aandacht: kabelafmeting,
beveiliging, aarding, uitschakelen, loskoppelen, isolatiecontrole en beveiliging tegen overbelasting.
• De gemengde werking van klein- en laagspanning op beide relaisuitgangen is niet toegestaan!
• De ronde stekker voldoet aan de eisen van de basisisolatie. Indien via de relaiscontacten spanningen
>48 VAC/DC worden geleid, alsmede voor alle -R230 varianten, moet de isolatie van alle
aansluitingskabels naar de 11-polige ronde stekker geschikt zijn voor 230 V AC.
• Het toestel mag volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG, de bouwproductenrichtlijn 89/106/EWG of
andere veiligheidsvoorschriften niet als veiligheidstoebehoren gebruikt worden. In potentieel gevaarlijke
installaties zijn bijkomende beveiligingen noodzakelijk!
2 Onderhoud
Het toestel bevat geen onderdelen die door de installateur of gebruiker onderhouden moeten
worden.
LET OP
De behuizing mag niet worden geopend!
4
09/2015
VEK MNE1 / VEK MNE2
FEIG ELECTRONIC GmbH
Advertenties
Inhoudsopgave
