Handleiding
11 Instelmogelijkheden
De hierna beschreven instellingen worden uitgevoerd door de DIP-schakelaar of de USB-interface met het
serviceprogramma. De belangrijkste standaardinstellingen worden uitgevoerd door de DIP-schakelaars. In
de meeste gevallen is een ingebruikneming zonder het service-programma mogelijk.
Instellingen via USB-interface kunnen door activering van de basis-/fabrieksinstellingen (zie hoofdstuk
Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.) worden gereset.
Verklaring van de tabel:
( )
Tussen haakjes worden de op de voertuigdetector gedrukte standaarduitvoeringen alsmede de
aanduidingen in het service-programma Detector Tool vermeld.
DIP
In deze kolom worden de instelmogelijkheden voor de DIP-schakelaars vermeld.
USB
In deze kolom worden de waarden of instellingen vermeld die via de USB-interface met behulp van
het serviceprogramma Detector Tool mogelijk zijn.
Instellingen via de USB-interface, die niet overeenstemmen met de actuele DIP-schakelaarpositie,
worden door knipperen van de blauwe LEDs aangegeven.
11.1 Gevoeligheid (Sensitivity, On Threshold)
Binnen het bereik van 0,01 % - 2,55 % ∆f/f kan voor elk kanaal de gevoeligheid in 255 trappen geselecteerd
worden.
Om storende invloeden te reduceren, dient de gevoeligheid slechts zo hoog als noodzakelijk te worden
ingesteld. De activatiedrempelwaarde moet dus zo hoog mogelijk zijn.
DIP
DIP
Sense a
Sense b
drempelwaarde)
ON
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
14
USB
(activatie-
10
0,01 % trap hoog
20
0,02 %
30
0,03 %
0,04 % trap gemiddeld-hoog
40
50
0,05 %
:
150
0,15 %
160
0,16 % trap gemiddeld-laag
170
0,17 %
:
630
0,63 %
640
0,64 % trap laag
650
0,65 %
:
1000
1,00 %
:
2550
2,55 %
09/2015
VEK MNE1 / VEK MNE2
Gevoeligheid (∆ ∆ ∆ ∆f/f)
hoogste gevoeligheid
(fabrieksinstelling)
laagste gevoeligheid
FEIG ELECTRONIC GmbH