5.16
Gedrag bij storingen
Gedrag bij storingen
5.16.1
Veiligheid
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
5.16.2
Storingen
Mengpomp RITMO L smart / Deel 2 Overzicht, bediening en service
Algemeen geldt:
1. Bij storingen, die direct gevaar voor personen of materiaal vormen,
direct de noodstopfunctie uitvoeren.
2. Oorzaak van de storing bepalen.
3. Indien bij het verhelpen van de storing werkzaamheden in de geva-
renzone nodig zijn, de installatie uitschakelen en beveiligen tegen
opnieuw inschakelen.
4. Verantwoordelijke personen ter plaatse onmiddellijk over de storing
informeren.
5. Afhankelijk van het type storing, deze door geautoriseerde
vakmensen laten verhelpen of zelf verhelpen.
Personeel
De hier beschreven werkzaamheden voor het verhelpen van
storingen kunnen, indien niet anders vermeld, door de operator
worden uitgevoerd.
Sommige werkzaamheden mogen alleen door speciaal opgeleide
vakmensen of alleen door de fabrikant worden uitgevoerd. Daarop
wordt bij de beschrijving van de afzonderlijke storingen afzonderlijk
gewezen.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen algemeen
alleen door elektrotechnici worden uitgevoerd.
De volgende beschermingsmiddelen bij alle onderhoudswerkzaam-
heden dragen:
Beschermende kleding
Veiligheidsbril
Veiligheidshandschoenen
Veiligheidsschoenen
In de volgende tabel staan de mogelijke oorzaken voor storingen en
de werkzaamheden voor het verhelpen daarvan.
Bij vaker optredende storingen, de daadwerkelijke belasting afhanke-
lijk van het onderhoudsinterval verkorten.
Bij storingen, die door de volgende aanwijzingen niet kunnen worden
verholpen, contact opnemen met de leverancier.
De volgende storingstabel geeft informatie over wie geau-
toriseerd is de storing te verhelpen.
Bediening
pagina 69 / 92