door het temperatuurstation ontvangen en opgeslagen
moet worden.
INSTELLEN
BIJ GEBRUIK VAN ÉÉN ZENDER
Plaats de batterijen in de zender (zie "Plaatsen en
1.
vervangen van batterijen in de
temperatuurzender" boven).
2.
Binnen 2 minuten na het opstarten van de zender,
de batterijen in het temperatuurstation plaatsen (zie
"Plaatsen en vervangen van batterijen in het
temperatuurstation" boven). Zodra de batterijen
op hun plaats liggen lichten alle delen van het
LCD-scherm even op. Vervolgens wordt de
binnentemperatuur en binnenvochtigheid, en de tijd
0:00 weergegeven en begint het pictogram van de
signaalontvangst te knipperen. Als dit na 60
seconden nog niet het geval is, verwijder dan de
batterijen en wacht tenminste 60 seconden
alvorens deze weer te plaatsen. Zodra de
binnendata worden weergegeven kan verder
gegaan worden met de volgende stap.
3.
Nadat de batterijen zijn geplaatst begint het
temperatuurstation data van de zender te
ontvangen. De data van de buitentemperatuur van
de eerste zender (kanaal 1 en 2) zal nu door het
temperatuurstation worden weergegeven. Als dit
na 2 minuten nog steeds niet het geval is dienen
de batterijen uit beide toestellen te worden
verwijderd en herstart te worden vanaf stap 1.
4.
In verband met de goede ontvangst van het 868
MHz-zendsignaal dient de uiteindelijke afstand
tussen het temperatuurstation en de zender onder
goede omstandigheden nooit meer te zijn dan 100
meter (zie opmerkingen onder "Positioneren" en
"868 MHz-ontvangst").
94