Position 2 (positie 2)
I
Dual (dubbel)
I
Raadpleeg de diagrammen op pagina 35 voor de locaties van de
nietjes op basis van de door u gekozen afdrukstand.
8.
Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
9.
Verzend de taak naar de printer.
Voor de Windows 2000- en Windows NT
(PS/PCL5e)-besturingssystemen:
1.
Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2.
Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3.
Wanneer het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend, klikt u op
Eigenschappen.
4.
Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
5.
Kies onder Printer Features (Printerfuncties) de optie Finisher
(Afwerkeenheid) in Output bin (uitvoerlade).
6.
In de keuzelijst kiest u Staple Option (nietoptie):
None (geen)
I
Front (voor)
I
Rear (achter)
I
Dual (dubbel)
I
7.
Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
8.
Verzend de taak naar de printer.
Voor het Windows NT (PCL6)-stuurprogramma:
1.
Kies Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing.
2.
Kies het Xerox N4525-printerstuurprogramma.
3.
Open het dialoogvenster Eigenschappen.
32
DocuPrint N4525 Netwerk Laser Printer