• de leiding gemakkelijk onderzocht kan
worden om de toestand ervan te
controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat eruit te controleren of:
• de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer wanneer de
installatie is voltooid of alle
leidingfittingen goed zijn
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
8.3 Vervanging spuitmonden
(alleen voor België)
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door de
sproeiers die vereist zijn voor het type
gas dat u gebruikt (zie de tabel in het
hoofdstuk 'Technische gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in het zakje dat
bij het apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u een
geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
8.4 Aanpassing van het
minimale niveau (alleen voor
België)
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop op de minimumstand.
3. Verwijder de knop.
4. Stel de stand van de bypass-schroef
af met een dunne schroevendraaier
(A).
A
5. Als u overstapt:
• van aardgas G20/G25 20/25 mbar
op vloeibaar gas, draai de
instelschroef dan helemaal vast.
• van vloeibaar gas op aardgas
G20/G25 20/25 mbar, draai de
bypass-schroef dan ongeveer 1/4
draai los (1/2 draai bij een
driekronenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat
als u de knop snel van de
maximale stand naar de
minimale stand draait.
8.5 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er voor dat het aangegeven
voltage en het type stroom op het
typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op het
identificatieplaatje. Zorg dat u de
stekker in een goed stopcontact
steekt.
• Gebruik altijd een correct ge?stalleerd,
schokbestendig stopcontact.
NEDERLANDS
13