Algemeen
Leidingen moeten volgens de geldende voorschriften
worden aangesloten. De FIGHTER 1120 kan werken
tot een retourtemperatuur van zo'n 58* °C en een aan-
voertemperatuur vanuit de warmtepomp van zo'n 70*
°C. De compressor levert tot maximaal 65* °C, de rest
wordt met bijverwarming gerealiseerd.
* Van toepassing op 5 kW 1-fase, 6 kW 3-fasen 3 x 400
V, 8 kW 3-fasen 3 x 400 V en 10 kW 3-fasen 3 x 400 V.
De andere warmtepompen hebben een maximale
retourtemperatuur van 50 °C een maximale aanvoertem-
peratuur vanuit de warmtepomp van ongeveer 60 °C.
Aangezien de FIGHTER 1120 niet is uitgerust met
afsluiters,
dienen
deze
warmtepomp te worden gemonteerd om eventuele
service te vereenvoudigen.
LET OP!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,
moet het leidingsysteem worden doorgespoeld
om te voorkomen dat componenten
beschadigd raken door verontreinigingen.
Circulatiepomp CV-systeem
De circulatiepomp van het CV-systeem (VBP) werkt gelijkti-
jdig met de circulatiepomp van het bronsysteem (KBP) bij de
optie: vaste temperatuur instelling (installatie mogelijkheid 4).
Leidingaansluiting (bronsysteem)
Voor de berekening van de colledctor moet rekening
worden gehouden met de bodemstructuur en het ver-
mogen van de warmtepompen.
Tijdens het leggen van de horizontale collectorslang
moet ervoor worden gezorgd dat deze voortdurend
omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden
luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet
mogelijk is, moeten hooggelegen punten van ontlucht-
ingsmogelijkheden worden voorzien.
Alle bronleidingen in verwarmde ruimtes moeten
tegen condensatie worden geïsoleerd. Het niveau-
reservoir (NK) moet als hoogste punt in het bronsys-
teem worden geïnstalleerd, op de aanvoerleiding vóór
de circulatiepomp van het bronsysteem. Bij het
niveaureservoir kan condensvorming optreden. Plaats
het reservoir daarom zodanig dat andere apparatuur
niet kan worden beschadigd.
Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder
het vriespunt kan dalen, moet het systeem tegen
bevriezing worden beveiligd tot -15 °C. Een goede
richtwaarde voor het berekenen van het volume is een
liter voorgemengd koelmedium (brine) per meter collec-
torslang (bij gebruik van PEM-slang 40 x 2,4 PN 6,3).
Op het niveaureservoir moet worden aangegeven
welk type antivries er is gebruikt.
Afsluiters
moeten
zo
warmtepomp worden gemonteerd. Monteer een vuilfil-
ter op de ingaande leiding.
Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog
op verontreiniging en bevriezingsgevaar voor de ver-
damper, een tussenliggend en tegen bevriezing
beveiligd circuit worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld 10%
glycol). Hiervoor is een extra warmtewisselaar nodig.
Aansluiting van de leidingen
afsluiters
buiten
dicht
mogelijk
bij
Leidingaansluiting
De leidingen voor het verwarmingssysteem moeten aan
de bovenzijde worden aangesloten. De benodigde
beveiligingen, afsluiters (zo dicht mogelijk bij warmtepomp
installeren) en het meegeleverde vuilfilter moet in de
retour, voor de condensor worden gemonteerd.
Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen
op alle radiatoren moet er een overstortventiel (of
buffer) worden gemonteerd of moet er een aantal ther-
mostaatkranen worden verwijderd om voldoende
doorstroming te waarborgen.
de
Warmteterugwinning ventilatie
De installatie kan uitgebreid worden met de afvoer-
luchtmodule FLM om warmteterugwinning uit de ven-
tilatielucht mogelijk te maken. Om condensatie te
voorkomen, moeten alle leidingen en kanalen en
andere koude oppervlakken geïsoleerd worden met
dampdicht isolatiemateriaal. Het bronsysteem (de
bodemcollector) moet worden
voorzien van een expansievat.
Als er een niveaureservoir is,
moet dit worden vervangen.
De installatie kan worden voorzien van ventilatorcon-
vectoren om een aansluiting voor vrije koeling
mogelijk te maken.Om condensatie te voorkomen,
moeten alle leidingen en andere koude oppervlakken
geïsoleerd worden met dampdicht isolatiemateriaal.
Als er veel moet worden gekoeld, is een ventilatorcon-
vector met condensbak en afvoerleiding noodzakelijk.
Het bronsysteem (de bodemcollector) moet worden
voorzien van een expansievat. Als er een niveau-
reservoir is, moet dit
worden vervangen.
de
FIGHTER 1120
(CV-systeem)
Afblaaslucht
FLM 30
P
SÄV
RV
EXP
BV
SF
Bronsysteem uit
Köldb ut
Vrije koeling
Fläktkonvektor
Ventilatorconvectors
Bronsysteem uit
11
Afvoerlucht
Ø 160
Ø 160
Bronsysteem in
Köldb in
A B
I II III
A B
I II
I II
A B
5 0 . 0
C
V a r m v a t t e n t e m p . 1 . 0
FIGHTER 1120
P
Bronsysteem in
Köldb ut
Köldb in
A B
I II III
A B
I II
I II
A B
5 0 . 0
C
V a r m v a t t e n t e m p . 1 . 0