Automatisch Vetsmeersysteem OnePlus
5.3
Vullen van het vetreservoir
Als het vet in het reservoir het minimumniveau bereikt heeft, moet het worden bij-
gevuld. De pomp is hiervoor uitgerust met een smeernippel waarop de in een ga-
rage aanwezige doorsmeerpomp kan worden aangesloten.
Voor het vullen van het reservoir met een speciale vulpomp kan een speciale kop-
peling worden gemonteerd. Groeneveld heeft mobiele en stationaire vulpompen
in zowel handbediende als pneumatische uitvoeringen.
Figuur 5.1
Vullen van het vetreservoir met een garage doorsmeerpomp
Vulprocedure
De vulpomp moet geschikt zijn voor het gebruik van NLGI 2 vet.
Pers voor de ingebruikname van een vulpomp, een vulslang of een nieuw vat vet
eerst de vulslang vol vet. Dit voorkomt dat lucht wordt meegepompt naar het re-
servoir.
1.
Verwijder de stofkap op de smeernippel of vulkoppeling.
2.
Reinig de koppeling op het vetpistool of de vulpomp met een schone doek.
3.
Zet het vetpistool op de smeernippel of koppel de vulkoppeling aan.
4.
Vul het reservoir tot aan het maximale niveau zoals aangegeven op het reser-
voir. Vul het reservoir nooit hoger, omdat dat kan leiden tot schade aan de
volgzuiger.
5.
Verwijder het vetpistool van de smeernippel of koppel de vulkoppeling los.
6.
Reinig de stofkap en de smeernippel of vulkoppeling met een schone doek en
plaats deze terug.
WAARSCHUWING
Controleer het filter achter de vulnippel iedere 500 bedrijfsuren en reinig
of vervang deze indien nodig.
Eventueel onder de volgzuiger ingesloten lucht kan ontsnappen via een bo-
venin de geleidestang van de volgzuiger aangebrachte opening. Via deze
opening wordt de lucht en het eventueel aanwezige overtollige vet naar
een ontluchtingsopening aan de zijkant van de pomp afgevoerd.
NG1605R01
Onderhoud
37