Automatisch Vetsmeersysteem OnePlus
4.7
Secundaire vetleidingen en koppelingen
4.7.1
Leidingtypes
De leidingen tussen de verdeelblokken en de smeerpunten worden secundaire vet-
leidingen genoemd. Deze vetleidingen worden met behulp van speciale koppelin-
gen op het smeerpunt aangesloten. De koppelingen zijn in een groot aantal
uitvoeringen leverbaar.
Welke koppelingen moeten worden toegepast is onder meer afhankelijk van:
•
De schroefdraad in het smeerpunt.
•
De positie van het smeerpunt.
•
De richting van waaruit de vetleiding het smeerpunt nadert.
•
Het type leiding dat toegepast wordt (polyamide leiding met messing of
stalen koppeling; metalen leiding of hogedrukslang met stalen koppeling).
•
De bedrijfsomstandigheden.
De secundaire leidingen zijn leverbaar in diverse afmetingen en materialen:
•
Polyamide vetleidingen met een buitendiameter van 3/16" of 6 mm
(standaard).
•
Roestvaststalen vetleidingen met een buitendiameter van 3/16" of 6 mm
(standaard).
•
Kunifer (koper/nikkel) vetleidingen met een buitendiameter van 3/16" of
6 mm (standaard).
•
Flexibele hogedrukslangen met een binnendiameter van 4 mm of 6 mm
(1/4").
In de transportsector wordt doorgaans gebruik gemaakt van polyamide vetleidin-
gen met een buitendiameter van 3/16" of 6 mm. Deze vetleidingen worden in
meervoudige uitvoeringen geleverd. In dat geval worden 2 of 3 polyamide vetlei-
dingen bijeengehouden door één plastic beschermhoes. De afzonderlijke vetleidin-
gen in de meervoudige leidingen zijn elk van een eigen kleur voorzien (rood,
blauw of zwart), om ze gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Dit komt van pas
zowel tijdens de installatie van het systeem als bij controles en reparaties.
Als een meervoudige leiding wordt aangesloten op doseersegmenten met verschil-
lende opbrengsten, dan moet dat op de volgende wijze gebeuren:
•
Doseersegment met de laagste opbrengst
•
Doseersegment met de grootste opbrengst
•
Doseersegment met tussenliggende opbrengst
NG1605R01
Rode leiding
Zwarte leiding
Blauwe leiding
Installatie
31