MQ SP2 CE-ZAAG — WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VEILIGHEIDSINStRUCtIES
VOOR UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN ANDEREN!
De veiligheidsvoorschriften moeten te allen tijde in acht worden
genomen tijdens het bedienen van deze apparatuur. Het nalaten
om de veiligheids‑ en bedieningsinstructies te lezen, te begrijpen
en in acht te nemen, kan leiden tot letsel bij uzelf of anderen.
LEt OP:
Voordat een van de MQ-Serie Slab zagen in gebruik wordt
genomen, dient u te garanderen dat de gebruiker alle in-
structies in deze handlelding heeft gelezen, begrepen en in
acht neemt.
WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VEILIGHEIDSINStRUCtIES
De drie (3) veiligheidsinstructies die hieronder worden weergege‑
ven, stellen u op de hoogte van eventuele risico's waardoor u of
anderen letsel kunnen oplopen. De veiligheidsinstructies adres‑
seren met name de mate van blootstelling aan de gebruiker en
worden voorafgegaan door een van de drie woorden: GEVAAR,
WAARSCHUWING, of LEt OP.
GEVAAR
U ZULt een DODELIJK of ERnSTIG LETSEL KunnEn
OPLOPEn als u deze instructies NIEt in acht neemt.
WAARSCHUWING
U KUNt een DODELIJK of ERnSTIG LETSEL oplopen
als u deze instructies NIEt in acht neemt.
LET OP
U KUNt een letsel OPLOPEn als u deze instructies
NIEt in acht neemt.
Naar mogelijke risico's die gekoppeld zijn aan de bediening van de
MQ SP2‑Serie Slab zaag worden gerefereerd met ''Gevaarsym‑
bolen'' die in deze handleiding kunnen worden weergegeven en in
combinatie met ''Veiligheidsinstructie waarschuwingssymbolen''
PAGINA 8 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
De gebruikshandleiding is opge‑
steld om instructies voor de veilige
en efficiënte bediening van de MQ
SP2 CE‑Serie beton‑/asfaltzagen te
leveren. Voor onderhoudsinformatie
van de motor, dient u de instructies
van de fabrikant van de motor te
raadplegen voor gegevens betref‑
fende een veilige bediening.
GEVAARSYMBOLEN
Dodelijke uitlaatgassen
De uitlaatgassen van de motor bestaan uit
giftige koolmonoxide. Dit gas is kleur‑ en
geurloos en kan dodelijk zijn als het wordt
ingeademd. Bedien deze apparatuur NOOIt
in een afgesloten ruimte of gesloten omgeving
waar geen of nagenoeg geen frisse lucht wordt
aangevoerd.
Explosieve brandstof
Benzine is uiterst ontvlamblaar en de dampen
kunnen een explosie veroorzaken als deze
worden ontstoken.Start de motor NIEt nabij
gemorste brandstof of brandbare vloeistoffen.
Vul de brandstoftank NIEt bij als de motor
draait of heet is. Vul de tank NIEt te vol:
gemorste brandstof kan ontsteken als deze
in contact komt met hete motoronderdelen of
vonken van het ontstekingssysteem. Bewaar
brandstof in goedgekeurde containers, in goed‑
geventileerde omgevingen en uit de buurt van
vonken en vlammen. Gebruik NOOIt brandstof
als reinigingsmiddel.
Brandwondengevaar
Motorcomponenten kunnen extreme hitte
genereren. Om bandwonden te voorkomen,
mag u deze gedeeltes NIEt aanraken als
de motor draait of direct na gebruik. Gebruik
NOOIt de motor als de warmteschilden of
warmteafdekkingen zijn verwijderd.
Roterende onderdelen
Bedien het apparaat NOOIt als de afdekkin‑
gen of schilden zijn verwijderd. Houd vingers,
handen, haar en kleding uit de buurt van
alle beweegbare onderdelen om letsels te
vermijden.