Motortank en zeef:
Jaarlijks of elke 300 uur reinigen.
Brandstofleiding:
Elke twee jaar of indien nodig vervangen.
Bougie:
Elke 6 maanden of 100 uur reinigen of afstellen. Jaarlijks of
elke 300 uur vervangen.
Smeren van de lagers
Er zijn vier smeerpunten voor de SP2 CE‑zaag. [Gebruik uitslui‑
tend Premium Extreme Pressure Grease, overeenkomstig NLG1
graad #2 consistentie.]
Achterwielen (1):
Smeer dagelijks
Bladaslagers (2):
Smeer dagelijks
Afstelbuis omhoog/omlaag (1):
Smeer dagelijks
Algemeen transmissieonderhoud (alleen zelfrijdende modellen)
Alle SP2 CE‑zaagmodellen maken gebruik van het spietand‑
wielontwerp, gekoppeld aan een EATON model 7 hydrostatische
transmissie die voorwaartse/achterwaartse aandrijving levert.
Het eenvoudige ontwerp van het systeem zorgt ervoor dat het
onderhoud tot een minimum blijft.
transmissie reservoircup:
Controleer elke 8 bedrijfsuren. Als de transmissie koud (A)
is, controleert u het oliepeil op de markeringsindicator (zie
afbeelding 52).
LET OP
Gebruik NIEt meerdere viscositeitsoliën! VUL NIEt tE
VEEL BIJ.
Afbeelding 52. transmissie reservoir
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 37
OLIEPEIL HEET
OLIEPEIL KOUD
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Onderhoud:
Het transmissiereservoir wordt in de fabriek gevuld. Als
onderhoud is vereist, gebruikt u SAE20W‑20, API klasse
(SE,CC,CD) of beter, General Motors Dexron B, Ford M2C‑
33F, M2C‑41A of International Harvester Hy‑Tran fluids. Voor
extreem heet weer, tapt u de olie af en vult u met een olie
met een viscositeit van SAE30W‑30 of SAE40W‑40.
Kettingaandrijving:
Controleer elke 50 uur. Maak regelmatig de ketting schoon
en smeer deze met kettingolie.
De kettingaandrijving kan uitrekken waardoor een afstelling
van de spanning vereist kan zijn. De spanning van de ket‑
tingaandrijving afstellen:
1. Maak de (3) transmissiebevestigingsschroeven los.
2. Draai de transmissie in de "u" sleuven van de transmis-
siebevestiging totdat de juiste spanning is bereikt.
OPGELET!
Overmatige spanning op de kettingaandrijving zal de levens‑
duur van de ketting beperken.
Spietandwielen:
Controleer elke 25 uur en reinig indien noodzakelijk. Als de
spietandwielen NIEt de achterwielen activeren met vol‑
doende druk, kan het zijn dat de achterwielen wegslippen.
De Spietandwielassemblage afstellen:
1. Zet de versnellingshendel activeren/deactiveren in DE-
ACtIVEREN positie (afbeelding 53).
Afbeelding 53. transmissiehendel activeren/deactiveren
(Deactiveren positie)
DEACTIVEREN