Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening En Werking; Gebruiksomstandigheden Voor De Airconditioner - Toshiba RAV-HM561FT-E Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

10

Bediening en Werking

▼ Controle alvorens gebruik
• Controleer of de aardedraad is ontkoppeld.
• Controleer of de luchtfilter geplaatst is.
• Schakel de circuitonderbreker ten minste 12 uur alvorens
het starten van de unit in.
▼ 3 minuten beschermingsfunctie
De beveiligingsfunctie van drie minuten voorkomt dat de
airconditioner kan gestart worden in de eerste drie minuten
nadat de hoofdschakelaar/stroomonderbreker ingeschakeld
is om de airconditioner te herstarten.
▼ Stroomonderbreking
De werking van de unit stopt indien de stroom wordt
onderbroken.
• Om het toestel opnieuw te starten, drukt u op de AAN/UIT-
toets op de afstandsbediening.
• Bliksem of de nabijheid van een draadloze mobiele
telefoon kunnen de werking van het toestel verstoren.
Schakel de hoofdschakelaar of de stroomonderbreker uit
en opnieuw in. Druk op de AAN/UIT-toets van de
afstandsbediening om opnieuw op te starten.
▼ Ontdooien
Als de buitenunit tijdens het verwarmen bevriest, zal de
functie ontdooien automatisch (gedurende ongeveer 2 tot 10
minuten) worden ingeschakeld om de verwarmingscapaciteit
op peil te houden.
• De ventilatoren van zowel de binnen- als de buitenunit
stoppen tijdens het ontdooien.
• Tijdens het ontdooien, stroomt het water via de onderplaat
van de buitenunit weg.
▼ Verwarmingscapaciteit
Tijdens het verwarmen wordt de warmte van buiten
geabsorbeerd en naar de kamer gestuurd. Het
hittepompsysteem gebruikt deze manier van verwarmen. Bij
te lage buitentemperaturen verdient het aanbeveling om
aanvullende verwarmingsapparatuur te gebruiken in
combinatie met de airconditioner.
▼ Let op sneeuw en het bevriezen van de
buitenunit
• De luchtinlaat en -uitlaat van de buitenunit kunnen in de
winter door sneeuw worden bedekt of bevriezen.
De unit zal onjuist functioneren of slecht verwarmen indien
er sneeuw of ijs op de buitenunit is.
• Controleer derhalve in de winter dat water goed via de
aftapslang wegloopt en er geen water wat kan bevriezen
achterblijft. Bevroren water in de aftapslang of in de
buitenunit veroorzaakt een onjuiste werking of slechte
verwarming.
33-NL
▼ Detectiesensor voor koelmiddellekken
• Wanneer er een R32-koelmiddellek wordt gedetecteerd,
zal de controlecode "J30" tijdens werking op het LCD van
de afstandsbediening verschijnen en de ventilator zal
automatisch op hoge snelheid draaien.
Schakel de stroomonderbreker niet uit en ventileer de
kamer, contacteer daarna de dealer waarvan u dit product
heeft gekocht.
• Als de stroomonderbreker uitgeschakeld is tijdens het
weergeven van de controlecode "J31" (einde levensduur
van de koelmiddellekdetectiesensor), kan "J29" (fout in
koelmiddellekdetectiesensor) verschijnen wanneer de
stroomonderbreker weer wordt ingeschakeld. Neem
contact op met de dealer waar u het product hebt gekocht
als een van deze controlecodes verschijnt.
▼ Beveiliging
• Stopt de werking als de airconditioner overbelast raakt.
• Als de beveiliging in werking treedt, stopt de werking van
de unit en knipperen de inbedrijf-indicator en controle-
indicator op de afstandsbediening.
▼Als de beveiliging geactiveerd is
• Schakel de circuitonderbreker uit en inspecteer.
Het voortzetten van het gebruik kan een onjuiste werking
veroorzaken.
• Controleer of de luchtfilter geplaatst is. Daarbij kan de
hittewisselaar door stof verstopt zijn waardoor er water
gaat lekken.
Tijdens koelen
•De luchtinlaat en/of luchtuitlaat van de buitenunit zijn/is
geblokkeerd.
•Er blaast voortdurend harde wind tegen de uitlaat van de
buitenunit.
Tijdens het verwarmen
•Het luchtfilter is door veel stof verstopt.
•De luchtinlaat en/of luchtuitlaat van de binnenunit zijn/is
geblokkeerd.
▼ Schakel de stroomonderbreker niet uit
• Laat tijdens het airconditionerseizoen de
stroomonderbreker aan en gebruik de AAN/UIT-toets op
de afstandsbediening.
• Schakel de stroomonderbreker niet uit om
koelmiddellekken te detecteren, zelfs niet als u de
airconditioner lange tijd niet gebruikt.
– 17 –
 Gebruiksomstandigheden voor de airconditioner
Gebruik de airconditioner voor optimale prestaties bij volgende temperatuursomstandigheden:
Raadpleeg de gecombineerde installatiehandleiding van de buitenunit voor details over de buitentemperatuur.
Kamertemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid in de kamer – lager dan 80 %. Als de airconditioner bij
Koelen
[VOORZICHTIG]
temperaturen buiten dat bereik wordt gebruikt, kan zich condenswater vormen op het
oppervlak van de airconditioner.
Verwarmen
Kamertemperatuur
Als de airconditioner niet onder bovenstaande omstandigheden wordt gebruikt, kan de beveiliging in werking treden.
: 21 °C tot 32 °C (drogekleptemp.), 15 °C tot 24 °C (nattekleptemp.)
: 15 °C tot 28 °C (drogekleptemp.)
34-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave