TST
65 Crash-functie
In het geval van een geactiveerde crash-ingang wordt de crash-teller telkens verhoogd met de waarde 1.
In het geval van een crash is enkel een bediening in dodemanmodus mogelijk. De crash resp. de daaruit
resulterende fout moet bevestigd worden.
P.
[Eenheid]
Stelbereik
P.870
0 ... 1
---ww
P.871
rrrrr
P.873
[Incremente
---ww
n]
0 ... 9999
P.874
[Seconde]
---ww
0 ... 15
P.875
0 ... 1
---ww
P.879
0 ... 1
---ww
FEIG ELECTRONIC
Parameterlijst
Funktie
Crash-bedrijfsmodus
Crash-teller
Crash-band
Blokkeringstijd na
crash
Snelheid van de
opwaartse beweging
na crash
Crash-teller
Pagina 230 van 258
Beschrijving/ Notitie
Met deze parameter wordt de crash-functie geactiveerd.
0:
Crash gedeactiveerd
1:
Crashdetectie via crash-ingang
De Crash-sensor ingang van de besturing dient te
worden geconfigureerd als eindschakelaar Crash (P.50x =
1114 en P.5x1 = 0 of 1 / N.O. of N.C.)
De inhoud van deze parameter geeft het aantal van de tot
nu toe getelde crash-activeringen aan.
Met de crash-band wordt vastgelegd hoever de deur in het
geval van een gedetecteerde crash-ingang verder dan de
eindschakelaar deur-OPEN wordt geopend
Geeft de tijd aan waarin in de crash-positie wordt gewacht
tot de deur weer wordt gesloten.
Deze parameter legt de snelheid van de opwaartse
beweging naar eindpositie OPEN of eindpositie crash vast.
0:
met dodemansnelheid
1:
met snelheid van de opwaartse beweging uit
parameter P.310
Als deze parameter op 1 wordt gezet, dan wordt de crash-
teller (P.871) teruggezet op 0.
0:
Geen functie
1:
P.871 terugzetten naar 0
TST FUZ2p-ST V00-01-
04_EDBFT_Niederländisch_Ebene4
FUZ2p-ST