TST
40.8 Vergrendeling van de deur in eindpositie P.5x0 / P.Ex0 / P.Ax0 = 8
Parameter P.5x0 / P.Ex0 / P.Ax0 moet ingesteld zijn op 8 om de basisfunctie Vergrendeling van de deur in
eindpositie voor deze ingang te activeren.
x = Nummer van de te parametreren ingang
P.
[Eenheid]
Stelbereik
P.5x1
0 ... 21
P.Ax1
P.Ex1
P.681
P.691
P.5x2
0 ... 1
P.Ax2
P.Ex2
P.5x3
0 ... 4
P.Ax3
P.Ex3
P.683
P.693
P.5x4
0 ... 7
P.Ax4
P.Ex4
P.684
P.694
FEIG ELECTRONIC
Parameterlijst
Funktie
Bedrijfsmodus
Contacttype
Vergrendelingspositie Hier wordt vastgelegd naar welke positie de besturing in de
Openingstijd /
prioriteit
Pagina 138 van 258
Beschrijving/ Notitie
Deze parameter legt het gedrag van de deur bij
geactiveerde vergrendeling vast.
0:
Vergrendeling van de deur in eindpositie Deur
DICHT, geen beweging in dodemanmodus
toegestaan
1:
Vergrendeling van de deur in de eindpositie deur
DICHT, beweging in dodemanmodus toegestaan
2:
Stop en vervolgens automatische beweging met
kruipsnelheid (P.320 / P.360) op de positie die is
aangegeven in P.5x3.
5:
Deurvergrendeling in eindpositie Deur DICHT,
geen openen in dodemanmodus mogelijk,
bijkomend met DC-voeding voor actieve
vergrendeling van de DICHT-positie.
6:
Vergrendeling op positie die in parameter P.5x3
wordt aangegeven. Een reeds aanwezige
vergrendeling wordt genegeerd.
7:
Stop en daarna automatische verplaatsing naar de
positie die in parameter P.5x3 is aangegeven.
Legt het contacttype van de schakelaar vast die is
aangesloten op de ingang.
0:
N.O., maakcontact
1:
N.C.m verbreekcontact
Bij ingang 10 ist de lijst van P.5A2 uit paragraaf
"Interne veiligheidslijst 2" van toepassing
vergrendelde toestand moet wisselen.
0:
Vergrendeling in positie deur OPEN
1:
Vergrendeling in tussenstop 1 (P.240)
2:
Vergrendeling in tussenstop 2 (P.245) (alleen bij
het gebruik van elektronische positiesensor)
3:
Vergrendeling in positie deur DICHT
Deze parameter wordt bij het gebruik van deze functie niet
geanalyseerd.
04_EDBFT_Niederländisch_Ebene4
FUZ2p-ST
TST FUZ2p-ST V00-01-