Functie
3 p Scherpstelstand
4 G AF-veldstand
Opnamestand selecteren
Als de keuzeknop op een markering wordt gezet, schakelt de camera
over naar de betreffende opnamestand (zie hieronder).
A Autostand
Gebruikt voor algemene opnamen.
y Onderwerpstand
Camera-instellingen worden geoptimaliseerd in overeenstemming
met het door u geselecteerde onderwerp.
Als u de automatische scènekeuzeknop gebruikt, selecteert de
camera automatisch de optimale onderwerpstand wanneer u een
beeld kadreert; hierdoor wordt het nog eenvoudiger foto's te
maken met behulp van instellingen die geschikt zijn voor het
onderwerp.
28
Overige functies
Beschrijving
Kies uit A (autofocus), C (enkel korte afstand),
D (macro-close-up), B (oneindig) en
E (handmatige scherpstelling).
E kan geselecteerd worden in de
opnamestand A, B, C, D, E, F, N,
de stand Speciale effecten of de Sport
onderwerpstand.
In opnamestand A, B, C, D, E, F, N en
u (speciale effecten) kunt u wijzigen hoe
de camera het scherpstelveld voor de autofocus
selecteert.