Inhoudsopgave
Advertenties
12
De accu aansluiten
Geen onderdelen vereist
Procedure
Sluit de negatieve accukabel aan op de accu
Figuur 32
1. Pluskabel van de accu
(Figuur
32).
2. Minkabel van de accu
Gebruiksaanwijzing
Bedieningsorganen
Schakelaar voor gevarenverlichting
Druk de gevarenlichtschakelaar
de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te
schakelen.
1. Richtingaanwijzerschakelaar3. Schakelaar voor
2. Claxonknop
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk de linkerkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar
beneden
(Figuur
33) om de linker richtingaanwijzer te
activeren. De middelste positie is de Uit-stand.
Druk de rechterkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar
beneden
(Figuur
33) om de rechter richtingaanwijzer te
activeren. De middelste positie is de Uit-stand.
Zwaailichtschakelaar (optioneel)
Druk de zwaailichtschakelaar in
in te schakelen.
Claxonknop
Druk op de claxonknop
Koplampen richten
1. Draai de montagemoeren los en plaats elke koplamp
zo, dat deze recht vooruit wijst.
16
(Figuur
33) op Aan om
Figuur 33
gevarenverlichting
4. Zwaailichtschakelaar
(optioneel)
(Figuur
33) om het zwaailicht
(Figuur
33) om de claxon te activeren.
Advertenties
Inhoudsopgave
