Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Controles
Als er zich een probleem voordoet
met de airconditioner; geeft de
OFF-timerindicator afwisselend
de controlecode en het nr. van
de binnenunit weer waarin het
probleem zich heeft voorgedaan.
Verslag van eerder opgeloste problemen en bevestiging
U kunt met de volgende procedure controleren welke problemen eerder zijn opgelost, als er zich een probleem
voordoet met de airconditioner.
(In het verslag van eerder opgeloste problemen zijn maximaal 4 voorvallen vastgelegd.)
U kunt dit verslag inzien terwijl de unit actief is of wanneer de werking is stilgezet.
• Als u het verslag van eerder opgeloste problemen inziet terwijl de OFF-timer is ingeschakeld, wordt de OFF-timer
uitgeschakeld.
Procedure
Duw langer dan 10 seconden op de knop van de OFF-
timer en in het scherm verschijnen de aanduidingen dat de
stand voor het verslag van eerder opgeloste problemen is
ingeschakeld.
Als [
Service check] wordt weergegeven, wordt de stand
1
Historie Opgeloste problemen ingeschakeld.
• [01: Volgorde van verslag van eerder opgeloste
problemen] verschijnt in de temperatuuraanduiding.
• De indicator van de OFF-timer toont afwisselend de
[controlecode] en [het nummer van de binnenunit] waarin
het probleem zich heeft voorgedaan.
Telkens wanneer de instelknop wordt ingedrukt, wordt de
opgeslagen probleemoplossingshistorie weergegeven.
De probleemoplossingshistorie verschijnt in volgorde van
[01] (meest recente) naar [04] (minst recente).
2
OPGELET
Duw in de stand voor het verslag van eerder opgeloste
problemen NIET niet langer dan 10 seconden op de
knop Menu omdat u dan het gehele verslag van eerder
opgeloste problemen van de binnenunit wist.
Druk, nadat u het verslag bekeken hebt, op de knop ON/
OFF en ga terug naar de normale stand.
• Als de airconditioner in werking is, blijft de unit werken
3
ook als u op de knop ON/OFF drukt.
U kunt de werking stilzetten door nogmaals op de knop
ON/OFF te drukken.
15-NL
Controlecode
Nr van de binnenunit waarin
de storing is opgetreden.
Beschrijving van werking
1
8

Bediening en Werking

▼ Controle alvorens gebruik
• Controleer of de aardedraad is ontkoppeld.
• Controleer of de luchtlter geplaatst is.
• Schakel de circuitonderbreker ten minste 12 uur
alvorens het starten van de unit in.
▼ 3 minuten beschermingsfunctie
De beveiligingsfunctie van drie minuten voorkomt dat
de airconditioner kan gestart worden in de eerste drie
minuten nadat de hoofdschakelaar / stroomonderbreker
ingeschakeld is om de airconditioner te herstarten.
▼ Stroomonderbreking
De werking van de unit stopt indien de stroom wordt
onderbroken.
• Om het toestel opnieuw te starten, drukt u op de ON /
OFF-toets op de afstandsbediening.
• Bliksem of de nabijheid van een draadloze mobiele
telefoon kunnen de werking van het toestel
verstoren. Schakel de hoofdschakelaar of de
stroomonderbreker uit en opnieuw in. Druk op de ON /
OFF-toets van de afstandsbediening om opnieuw op
te starten.
▼ Ontdooien
Als de buitenunit tijdens het verwarmen bevriest,
zal de functie ontdooien automatisch (gedurende
ongeveer 2 tot 10 minuten) worden ingeschakeld om
de verwarmingscapaciteit op peil te houden.
• De ventilatoren van zowel de binnen- als de
buitenunit stoppen tijdens het ontdooien.
• Tijdens het ontdooien, de ventilator van de binnen-
unit / buiten-unit stopt en de lamellen van de binnen-
unit sluiten.
• Tijdens het ontdooien, stroomt het water via de
onderplaat van de buitenunit weg.
▼ Verwarmingscapaciteit
Tijdens het verwarmen wordt de warmte van
buiten geabsorbeerd en naar de kamer gestuurd.
Het hittepompsysteem gebruikt deze manier van
verwarmen. Bij te lage buitentemperaturen verdient het
aanbeveling om aanvullende verwarmingsapparatuur
te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
▼ Gebruiksomstandigheden voor de airconditioner
Gebruik de airconditioner voor optimale prestaties bij volgende temperatuursomstandigheden:
Raadpleeg de gecombineerde installatiehandleiding van de buitenunits voor gegevens over de buitentemperatuur.
Stand Koelen
2
3
Stand verwarmen
Als de airconditioner niet onder bovenstaande omstandigheden wordt gebruikt, kan de beveiliging in werking
treden.
– 8 –
▼ Beveiliging
• Stopt de werking als de airconditioner overbelast
raakt.
• Als de beveiliging in werking treedt, stopt de werking
van de unit en knipperen de inbedrijf-indicator en
controle-indicator op de afstandsbediening.
▼ Als de beveiliging geactiveerd is
• Schakel de circuitonderbreker uit en inspecteer. Het
voortzetten van het gebruik kan een onjuiste werking
veroorzaken.
• Controleer of de luchtlter geplaatst is. Daarbij kan
de hittewisselaar door stof verstopt zijn waardoor er
water gaat lekken.
Tijdens koelen
• De luchtinlaat en / of luchtuitlaat van de buitenunit
zijn / is geblokkeerd.
• Er blaast voortdurend sterke wind tegen de uitlaat
van de buitenunit.
Tijdens het verwarmen
• Het lucht lter is door veel stof verstopt.
• De luchtinlaat en / of luchtuitlaat van de binnenunit
zijn / is geblokkeerd.
▼ Schakel de stroomonderbreker niet uit
• Tijdens het gebruiksseizoen van de airconditioner
moet u de circuitonderbreker in de AAN-stand
geschakeld houden en de ON / OFF toets van de
afstandsbediening voor het in- en uitschakelen
gebruiken.
▼ Let op sneeuw en het bevriezen van de
buitenunit
• De luchtinlaat en -uitlaat van de buitenunit kunnen in
de winter door sneeuw worden bedekt of bevriezen.
De unit zal onjuist functioneren of slecht verwarmen
indien er sneeuw of ijs op de buitenunit is.
• Controleer derhalve in de winter dat water goed
via de aftapslang wegloopt en er geen water wat
kan bevriezen achterblijft. Bevroren water in de
aftapslang of in de buitenunit veroorzaakt een
onjuiste werking of slechte verwarming.
Buitentemperatuur
: –15°C tot 46°C (drogekleptemp.)
Ruimtetemperatuur
: 21°C tot 32°C (drogekleptemp.), 15°C tot 24°C (nattekleptemp.)
Relatieve luchtvochtigheid in de kamer – lager dan 80%. Als de airconditioner
[OPGELET]
bij temperaturen buiten dat bereik wordt gebruikt, kan zich condenswater
vormen op het oppervlak van de airconditioner.
Buitentemperatuur
: –15°C tot 15°C (nattekleptemp.)
Ruimtetemperatuur
: 15°C tot 28°C (drogekleptemp.)
EN
ID
ID
16-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ras-m13s4muvg-eRas-m16s4muvg-e

Inhoudsopgave