Inhoudsopgave
Advertenties
Gevoeligheid instellen
Brug de geleiderbrug C. Let op het volgende: Als de batterij van de melder
bijna leeg is, knippert de LED voor de kalibreringsmodus (afb.1,6)
continu. Vervang in dat geval de batterij.
1. Draai de potentiometer (afb.1,4) tot aan de aanslag tegen de klok
in. De melder bevindt zich nu in de geringste gevoeligheid.
2. Klop met uw hand op de sensor. Klop met een sterkte waarbij de
sensor een alarm moet activeren.
De LED voor de kalibreringsmodus (afb.1, 6) knippert
1x voor een kleine trilling,
2x voor een trilling, die een alarm activeert en
3x voor een sterke trilling.
3. Stel de potentiometer bij, tot de LED (afb.1,6) bij elke trilling in het
gewenste gevoeligheidsbereik 2 x knippert.
4. Verwijder de geleiderbrug A als de sensor niet alle trillingen in het
gewenste gevoeligheidsbereik registreert.
5. Verwijder geleiderbrug C als u de sensor op de gewenste gevoeligheid
ingesteld heeft. De sensor wordt daardoor in de normale
bedrijfsmodus gezet.
Advertenties
Inhoudsopgave
