Ingebruikneming
1. Basisinstellingen – Laadmodel en buitensensor staan in de betreffende lijst
De wijzigingen in de diverse parameters worden direct na ingave overgenomen. Als er na een verandering – ongeacht bij welke parameter – gedu-
rende 15 minuten geen toets wordt ingedrukt, springt het display automatisch op de standaardweergave (afwisselend tijd en buitentemperatuur).
Toets
LCD-display
P
09 : 16
09 : 16
indrukken
Toets
LCD-display
INST
M
ca. 3 sec.
indrukken
Toets
LCD-display
LM
P
indrukken
Toets
LCD-display
SYS
P
80
indrukken
Toets
LCD-display
AF
P
indrukken
LCD-display
Toets
M
P
M
14 : 53
14 : 53
4x
indrukken
Buitensensorlijst
Standaardsensor volgens DIN (Stiebel Eltron)
Schlüter, AEG (oude WF, W1-W4 met adapter)
ACEC
AEG (alleen W1/W4 aansluiten)
Frensch, Gräßlin, ACEC
MALAG
Siemens
Siemens 2
Witte (4-aderig), AEG (W1/W4)
EM 3 of EMZ . . . (Stiebel Eltron besturing oud)
Toets
VR LF LZ KU
–
ED
+
of
SH
SYN
indrukken
VR LF LZ KU
ED
SH
SYN
Toets
VR LF LZ KU
–
ED
+
1
of
SH
SYN
indrukken
Toets
VR LF LZ KU
–
ED
+
of
SH
SYN
indrukken
Toets
VR LF LZ KU
–
ED
+
1
of
SH
SYN
indrukken
VR LF LZ KU
ED
SH
SYN
Sensorcode Weerstand in Ohm bij temperatuur
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Opmerking
Als geen tijd is ingesteld, werkt de EAC 4 automatisch als voorwaartsbestu-
ring. Er wordt in ieder geval opgeladen.
Als de tijd opnieuw wordt ingesteld, werkt de besturing om een correcte au-
tosynchronisatie te garanderen tot de volgende hoofdvrijgave in de vooruit-
besturingsmodus.
Opmerking
Laadmodel – De passende LM code (laadmodel) van tabel op blz. 7-9, ingeven.
De defaultcode is 1.
De tabel op blz. 7-9, wordt binnen kort door de courante laadmodellen
voor Belgïe aangevuld.
Opmerking
ED-systeem – ingave van het ED-systeem van de warmteaccumulator van
30–100 % of „EL" bij accumulatoren met elektronische oplaadthermostaten.
Bij nieuwe accumulatoren van Stiebel Eltron is het af fabriek ingestelde ED-
systeem van 80% correct.
Opmerking
Buitensensor – uit de „buitensensorlijst" (zie onder) de betreffende buiten-
sensor halen en sensorcode ingeven.
Als de in de accumulator voorhanden buitensensor niet in de buitensensorlijst
staat, moet de meegeleverde DIN buitensensor gebruikt worden (sensorcode
„1").
Opmerking
De parametrering van de besturing is klaar.
De E1-waarde (menu sond) moet eventueel naargelang standaardwaarde
buitentemperatuur c.q. de E2-waarde naargelang gebouwsoort aangepast
worden (zie pagina 53).
20 °C
10 °C
2432
3657
2000
3255
2200
3295
1800
2867
2000
2991
1800
3138
1983
3147
2000
3166
1800
2867
1128
1367
0 °C
-10 °C
5641
8945
5490
9633
5000
7695
4600
7443
4608
7335
5400
9210
5202
9641
5100
8370
4600
7443
1619
1863
-15 °C
11390
12970
9600
9500
9380
12000
14000
10800
9500
1976
29