4
gebruik
De bediening van het apparaat bevindt zich aan de binnenzijde. Controleer of de thermostaat uit staat op stand 0.
Controleer of de spanning overeenkomt met de spanning die vermeld is op het typeplaatje en steek de stekker in het
stopcontact.
Temperatuur instellen
Met gebruik van de thermostaat kunt u de temperatuur in de koelkast veranderen. De mogelijke standen van
de thermostaat:
Apparaat uitschakelen – stand 0
Maximale temperatuur – stand 1
Optimale temperatuur – stand 2-5
Minimale temperatuur – stand 7
Stel de temperatuur in met de thermostaat en kies een stand tussen 1 en 7. Wij adviseren u het apparaat in te stellen op de
stand 4. Het apparaat zal nu continue koelen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Laat het apparaat op temperatuur
komen zonder levensmiddelen. Dit duurt meestal 2 tot 3 uur. Daarna kunt u de thermostaat op de gewenste stand zetten en
het apparaat vullen met levensmiddelen.
Gebruik de hoogste stand 7 alleen voor het maken van ijsblokjes of in het begin wanneer u nieuwe diepvriesproducten in het
vriesgedeelte legt.
Binnentemperatuur van de koelkast
Het is niet aangeraden om de temperatuur vanwege de verandering van seizoenen in te stellen. De stijging van de
omgevingstemperatuur wordt door de sensor ontdekt en de compressor gaat automatisch langer werken om de gewenste
binnentemperatuur te behouden.
Geringe veranderingen van de temperatuur
Geringe veranderingen van de temperatuur zijn normaal en kunnen ontstaan door bv. een groot aantal verse producten
in de vriezer te bewaren of wanneer de deur door een langere periode open stond. Het heeft geen invloed op de
levensmiddelen en de temperatuur gaat snel terug naar de normale waarde.
Zet de thermostaat op stand 0 om het apparaat uit te zetten.
Attentie:
De omgevingstemperatuur, de frequentie van het openen van de deur en de positie van het apparaat hebben invloed op de
temperatuur in het apparaat. Houd hier rekening mee met het instellen van de thermostaat.
• Plaats geen heet voedsel in het apparaat.
• Plaats nooit gevaarlijke, licht ontvlambare of explosieve stoffen zoals alcohol, aceton of benzine in het apparaat omdat er
een kans op explosiegevaar is.
• Pak vlees en vis goed in om nare geuren te voorkomen.
• Laat voldoende ruimte tussen de verschillende levensmiddelen om de lucht goed te kunnen laten circuleren.
• Plaats geen voedsel tegen de achterwand van het apparaat. De schappen hebben een stop om dit te vermijden.
• Laat de deur niet langer open dan noodzakelijk.
5
tips en extra aanwijzingen
• Een hoge omgevingstemperatuur beïnvloedt het energieverbruik nadelig. Ook direct zonlicht en andere warmtebronnen
in de buurt van het apparaat hebben een ongunstige invloed.
• Houd de ventilatieopeningen vrij. Afgedekte en vervuilde openingen veroorzaken een hoger energieverbruik. Zorg voor
voldoende ruimte rondom de koelkast zodat een goede ventilatie en luchtstroming rondom het apparaat mogelijk is.
• Open de deur van het apparaat niet vaker dan nodig is en laat de deur zo kort mogelijk open.
• De afstand tussen de schappen en de achterwand zorgt voor een vrije luchtcirculatie. Plaats dus geen levensmiddelen
tegen de achterwand.
• Zet de thermostaat op een lagere stand als de omstandigheden dat toelaten.
• Laat gekookt voedsel wat u in het apparaat wilt bewaren eerst afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het in het
apparaat legt.
• Rijp of ijs zorgen ervoor dat het stroomverbruik toeneemt. Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3 tot 5 mm dik zijn.
• Een deurrubber dat niet goed sluit kan het stroomverbruik verhogen. Laat het daarom op tijd en door een vakman
vervangen.
• Als de instructies niet worden nageleefd dan kan dat leiden tot een hoger stroomverbruik.
(minst koud)
(meest koud)
Nederlands
•
15